U pleit ervoor veranderen te benaderen als een vak. Dat gebeurt dus blijkbaar nog te weinig?
Dat klopt. Ik zie in de praktijk nog veel mensen die over veranderen doen alsof er één beste manier van veranderen is, namelijk die van henzelf. Er heersen nog steeds veel oude denkbeelden over veranderen, terwijl het vak zich al veel verder ontwikkeld heeft. Het is zonde als al die kennis en inzichten onbenut blijft in de praktijk. Dat was voor mij een belangrijke motivatie om dit boek te schrijven.
Wat is dat precies: veranderen als een vak?
Veranderkunde is de zoektocht naar hoe je met zo min mogelijk inspanning zoveel mogelijk beweging in de gewenste richting kunt creëren. Met zo min mogelijk inspanning bedoel ik niet dat een veranderopgave geen moeite kan kosten, integendeel, het vergt meestal behoorlijk wat inspanning om werkelijk tot ander gedrag te komen. De essentie is dat je probeert effectieve interventies te doen. Dus niet zomaar een serie acties, maar gericht interveniëren. Daarom moet je je bewust een aantal essentiële vragen stellen om te bepalen of een bepaalde aanpak kansrijk is of niet. Op basis van die vragen probeer je dan een redenering op te zetten. Door die redenering te volgen en te vertalen in concrete acties hoop je uiteindelijk effectief te zijn in jouw veranderopgave. Bij veranderkundig vakmanschap horen een aantal essentiële competenties. Diagnosticeren bijvoorbeeld, waardoor je steeds beter begrijpt waarom dingen gaan zoals ze gaan. Maar ook redeneren, om verbinding te maken tussen werkelijkheid en wenselijkheid. En natuurlijk interveniëren. Het wordt pas wat als je iets gaat doen in de praktijk. Het Veranderkompas helpt je aan de hand van negen vragen tot een passende aanpak te komen.
Uw kompas is dus nadrukkelijk geen one-size-fits-all?
Nee, zeker niet! Je moet zelf inhoud geven aan het kompas. Het boek biedt handvatten om voor jouw specifieke situatie een aanpak op maat te maken. Ik hoop mijn lezers dus juist aan te zetten om aan de slag te gaan met hun eigen veranderopgave. Er zijn veel boeken over veranderen geschreven die vooral benadrukken hoe complex veranderen is. Dat is terecht, maar leidt er ook toe dat die boeken vaak niet door veranderaars in de praktijk worden gelezen. Aan de andere kant van het spectrum zijn er de meer Amerikaans georiënteerde boeken die toegankelijk zijn, door te beloven dat je met hun vijf stappen of model succesvol zal veranderen. Dat is echt te makkelijk. Ik probeer met dit boek veranderen toegankelijk te maken, zonder de complexiteit uit het oog te verliezen.
Achterin het boek vindt de lezer een uitgebreide literatuurlijst, maar de pragmatische professional zou de indruk kunnen krijgen dat veranderen vooral een kwestie van doén is. Is die vakliteratuur van ondergeschikt belang?
Veranderen is inderdaad een praktijkvak, maar dat betekent niet dat je geen gebruik moet maken van al die kennis en inzichten die al ontwikkeld zijn. Het klopt dat ik de vakliteratuur waar ik mij op baseer, geen al te grote plek wilde geven. Veel veranderaars in de praktijk hebben vooral behoefte aan iets dat werkt voor hen. Antwoorden op praktische vragen uit de praktijk. Maar die literatuur ontbreekt niet. Ik hecht eraan om dat wat ik schrijf te baseren op wetenschappelijke inzichten en vakliteratuur. Ik heb daar in eindnoten naar verwezen zodat de lezer niet te veel wordt afgeleid tijdens het lezen. Als je wel op zoek bent naar de onderbouwing, vind je achterin een stevige lijst met literatuur. Ik verwijs ook regelmatig naar literatuur als men meer verdieping zoekt. Ik richt me met dit boek ook op al die mensen die voor een veranderopgave staan, maar geen veranderkundige zijn. Daarom ook heb ik mijn boek heel toegankelijk geschreven. Omdat ik hoop dat juist niet-veranderkundigen het gaan lezen. Hans Vermaak schrijft in zijn voorwoord: ‘Wat Jelger vertelt heeft hij merkbaar doorleefd, je hoort hem spreken als je het leest en de ambachtelijkheid druipt ervan af…’ Met dit boek wil ik veranderaars in de praktijk goed toepasbare handvatten geven, en een model waarmee ze beter onderbouwd aan het werk kunnen.
U beschrijft de diagnose als een van de belangrijkste onderdelen van uw kompas. Daarin pleit u onder meer voor meervoudig kijken: zinvol gebruik maken van collega’s. Ik mis daarin het perspectief van de stakeholders.
Meervoudig kijken kan op vele manieren. Mijn oproep is juist om alle mogelijke perspectieven te verkennen die licht kunnen werpen op je veranderopgave. Door vanuit meerder gezichtspunten te kijken naar het vraagstuk ga je steeds meer stukje van de puzzel zien. Bij complexe vraagstukken is het niemand gegeven om ‘alles’ te zien; iedereen ziet slechts zijn of haar deel. Dat maakt het heel relevant om anderen te betrekken bij je diagnose. Stakeholders horen daar vanzelfsprekend bij. Sterker nog: als het perspectief van stakeholders niet van belang is voor je verandervraagstuk, hoe belangrijk is het dan eigenlijk?
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.