De Haan definieert adviseren als een tijdelijk samenwerkingsverband tussen klant of klantorganisatie en een adviseur, dat als doel heeft om verbeteringen te brengen in de situatie van de klant. Hij ziet de adviseur als helpende buitenstaander. Adviseren is een intentie die mits goed vertaald naar interventies andere tot hulp kan zijn. Over die interventies gaat zijn boek. Het is dan ook geen boek van quick wins of 'low hanging fruit' en De Haan heeft gelukkig afgezien van de heersende mode om alles in checklist te willen vangen. Het is meer een boek dat aanzet tot overdenking en in die zin zeker een boek voor gevorderden. Mijns inziens zijn er drie redenen waarom je dit boek tot je zou moeten nemen. De Haan is erudiet, hij schrijft op basis van veel ervaring en reflectie en is daarbij openhartig. 'Adviseren voor gevorderden' is op een prettige manier een erudiet boek. De Haan put rijkelijk uit de klassieke filosofie (zoals Plutarchus) en laat daarmee zien dat adviseren geen vak is dat pas in de 20e eeuw is ontstaan, maar dat er al heel lang is. Niet alleen de westerse filosofie (Nietzsche, Schiller) ook het Zen Boeddhisme en de psychoanalytische traditie hebben adviseurs iets te bieden. In hoeverre zijn de intenties en interventies die De Haan aanbiedt anders dan in 'Feilloos adviseren' van Peter Block of 'Adviseren als tweede beroep' van Hanna Nathans? Bij eerste lezing lijkt het of De Haan meer ruimte biedt dan andere auteurs die meer 'voorschrijven' wat de beste weg is, bij tweede lezing doet De Haan niet anders, ook hij heeft voor elke fase één 'beste' manier. Deze intentie staat echter bloot aan verleidingen en risico's die de behulpzaamheid ondermijnen. In de entreefase past vrijmoedig spreken het best. De vrijmoedige adviseur is in staat op een ongedwongen manier persoonlijke meningen naar voren te brengen. Daar is moed en integriteit voor nodig en vleierij ligt voortdurend op de loer. Terwijl ironie in de diagnose fase helpt om, om te gaan met de ongemakkelijke spanning die kenmerkend is voor iedere adviesrelatie. De ironische adviseur maakt zaken losser en lichter in een situatie met contrasten. Het mooiste voorbeeld van ironie komt echter van de klant die tegen De Haan zegt 'Dit is wat je mij moet leren' en hem daarbij een boek uit zijn eigen boekenkast aanbiedt (wat hij wel gelezen heeft en De Haan niet eens kent). In de invoeringsfase is het de kunst als adviseur om machteloos te blijven. Als enige plaats in het boek geeft De Haan hier concrete handreikingen in de vorm van bedrieglijk eenvoudig uitziende interventie schema's. Maar ook hier geldt schijn bedriegt, probeer maar eens zo machteloos te blijven. De consolidatiefase stelt de adviseur nog meer op de proef door af te zien van elke verantwoordelijkheid. Terwijl de verleiding daarvan o zo groot is. De tragische adviseur blijft in de evaluatiefase aanwezig in de rol van de helpende buitenstaander ook in dramatische situaties en is zich daarbij bewust van het onafwendbare karakter van die situaties. De Haans pleidooi voor een machteloze of tragische adviseur staat bijna haaks op het gevoel van almacht en triomf die het geslaagde adviestraject bij elke adviseur zal oproepen. De Haan dwingt de adviseur te onderzoeken waarom hij of zij eigenlijk adviseur is geworden? Waar in je eigen historie is je helpende rol beloond? De Haan is op zijn best in de slothoofdstukken waarin hij adviseren als drama of beter nog als tragedie beschrijft. Hij is daarbij openhartig. Niet alleen over eigen ervaring in de boven beschreven fasen, maar nog meer in 'nawoord' van het boek. De kern daarvan is een transcriptie van een adviesgesprek van Erik de Haan met zijn klant, die in het boek Hendrik genoemd wordt, maar die in werkelijkheid een vriend en collega is. De rest van het 'nawoord' bestaat uit alle overdenkingen voor- en achteraf en reflecties daarop. De transcriptie is voor een buitenstaander volstrekt cryptisch, maar toch blijf je ademloos doorlezen. Het maakt je bewust van het feit dat in een adviesgesprek veel meer gebeurt dan uiteindelijk in een transcript te vatten is. Als iets uit het nawoord duidelijk wordt, is wel dat adviseren met de juiste intenties nog steeds een razend moeilijk vak is. Voortdurend liggen de verleidingen en risico's op de loer of gaat de adviseur een grens over waarmee de rol van de helpende buitenstaander wordt ondermijnd.
Over Gertjan de Groot
Gertjan de Groot werkt als docent publiek management en Thesis begeleider bij de Master Urban Management en als projectleider en onderzoeker naar boundary spanners in actie bij het Centre of Expertise Urban Governance & Social Innovation bij de Hogeschool van Amsterdam.