Wat wel duidelijk naar voren komt in 'De stof van het denken' is dat het menselijk denken en spreken propvol metaforen zit. Wat eigenlijk niet zo vreemd is, aldus Steven Pinker, als je nagaat dat we met hetzelfde brein rondlopen waarmee we nog niet zo gek lang geleden holbewoners waren. Die 'letterlijke', overzichtelijke wereld van toen is vervangen door een 'conceptuele', ingewikkelde wereld. We hebben een sterke behoefte aan woorden die verwijzen naar dingen die echt bestaan, ook al praten we over zaken die juist niet tastbaar zijn. Als het boek wat minder verzandt in technische details, is het op zijn best. Bijvoorbeeld in één van de laatste hoofdstukken, 'De spelletjes die mensen spelen', waarin het onder andere gaat over beleefdheid, solidariteit, conflictstrategieën en omkoping. Zeer lezenswaardig. Steven Pinker is geen onbekende. Hij is een gerenommeerd lid van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en zijn boek 'Het onbeschreven blad' heb ik met plezier gelezen.
Dus verheugde ik mij op zijn nieuwste: 'De stof van het denken'. Maar ik vrees dat hij zich met dit boek teveel heeft overgegeven aan één van zijn grote liefdes: de taal. Zowel vakinhoudelijk als letterlijk. Om duidelijk te maken wat ik bedoel een willekeurig voorbeeld uit het boek: 'Als mensen van nature causaliteit opvatten in termen van force-dynamica, kunnen we begrijpen waarom het concept zo nauw verbonden is met counterfactual denken. De intrinsieke tendentie van de agonist is per definitie wat deze zou doen als de antagonist er geen invloed op zou uitoefenen (met andere woorden, wat deze doet in de mogelijke werelden waarin de antagonist afwezig is). Dit kan het fundament zijn, diep verborgen in onze cognitieve constitutie, waarop de meer exclusieve definitie van veroorzaking in termen van counterfactuals is opgebouwd door moderne logici. En misschien zijn het andere kenmerken van deze cognitieve fundering waardoor het counterfactual-gebouw zo wankel is.' Begrijpt u wel? Natuurlijk, hier haal ik één stukje uit een grotere context. Maar ik kan u verzekeren, die context is net zo uitgebreid en regelmatig niet te bevatten na één keer lezen. Nu moet gezegd worden dat dit boek over de Engelse taal gaat - en dat in een Nederlandse vertaling. Dat maakt het waarschijnlijk extra lastig, mede daar Engelse en Nederlandse spelling- en grammaticaregels uiteraard verschillen. Maar toch, als ik lees: 'Als de geest zich een entiteit in een locatie of in beweging voorstelt, is hij geneigd de interne geometrie van het object te negeren en het te behandelen als een punt zonder dimensies of een blob zonder eigenschappen.' Dan denk ik: waarom zaken op deze manier verwoorden, bladzijde na bladzijde? En moet het werkelijk vele pagina's lang over onderdelen van de taal, zoals locatiefconstructies, gaan om een punt duidelijk te maken? De 529 bladzijdes die 'De stof van het denken' van Steven Pinker bevat, staan vol met lange zinnen en lekker veel terminologie. Witregels ontbreken bijna, iets wat het geheel rustiger en overzichtelijker had kunnen maken. Al met al is het wat mij betreft een boek voor de echte taalgek, maar niet voor de geïnteresseerde leek die van taal en de menselijke geest houdt.
Over Sonja van Vuren
Sonja van Vuren is online marketeer en tekstschrijver en helpt MKB'ers en ZZP'ers om meer uit hun bedrijfswebsite te halen.