Het waarom van werk

'Het waarom van werk' leest makkelijk weg. Aan de hand van een overzichtelijke structuur, dat wil zeggen zeven uitgewerkte thema's, maakt het echtpaar duidelijk wat 'organisaties van overvloed' moeten realiseren. Dat is tevens hun visie: organisaties moeten niet langer 'redundancy' creëren maar 'abundancy'. Organisaties die betekenis creëren, scheppen een organisatie van overvloed. Zulke organisaties hebben een overvloed van wat er het meest toe doet: creativiteit, hoop, veerkracht, vastbeslotenheid, vindingrijkheid, en leiderschap. Ze accepteren het verlies van betekenis niet. Ook niet in mindere tijden.

Zeven thema's –uitgedrukt in vragen – zouden richting moeten geven aan het begrip overvloed:

1. Wat zijn mijn kwaliteiten? (identiteit)

2. Waar ga ik naartoe? (doel en motivatie)

3. Met wie maak ik de reis? (relaties en teamwork)

4. Hoe creëer ik een positieve werkomgeving? (effectieve werkcultuur of -setting)?

5. Welke uitdagingen interesseren me? (persoonlijke bijdragen)

6. Hoe reageer ik op een wegwerpcultuur en op verandering? (groeien, leren en veerkracht tonen)

7. Waar heb ik plezier in? (fatsoen en geluk)

Wie zou denken dat deze opvattingen geen gehoor vinden in het land waar het Angelsaksisch model nog steeds de scepter zwaait, heeft het mis. Het boek is in de States inmiddels een bestseller en de website www.thewhyofwork.com toont een schat aan instrumenten, filmfragmenten en achtergrondinformatie. Het boek gaat dus over de zoektocht naar 'betekenis'. Het is daarom niet verwonderlijk dat de Ulrichs sterk door Viktor Frankl zijn geïnspireerd. In zijn boek 'De zin van het bestaan' (waar meer dan 9 miljoen exemplaren van verkocht zijn!) beschreef Frankl al dat het niet de omstandigheden zijn die mensen laten wanhopen maar hun gedachten erover.

In 'Het waarom van werk' wordt aangetoond dat betekenis hebben in het werk, organisaties ook geld kan opleveren. Medewerkers die betekenis ervaren in hun werk vinden het belangrijk om hun competenties te ontwikkelen. Betekenis zet dus aan tot leren. Tevens blijkt dat deze zogenaamde 'immateriële goederen' (zaken als: competenties, betrokkenheid en passie) goed zijn voor vijftig procent van de marktwaarde van beursgenoteerde bedrijven. De Ulrichs hebben zich ongetwijfeld laten inspireren door veel auteurs, zoals Seligman en Covey. Maar nergens bekruipt je als lezer het gevoel: 'schiet maar op, ga maar verder, weet ik al'. Ze schrijven niet over, ze komen met hun eigen verhaal. Dat komt omdat ze hun visie doorleefd hebben.

Dit boek hebben ze niet bedacht maar ervaren. Daarom is het een 'rijk boek' dat niet alleen gaat over de thema's 'betekenis' en 'overvloed', maar ook over leiderschap, cultuur en moraliteit. Betekenis is iets universeels, schrijven de Ulrichs. Het is interessant voor allerlei doelgroepen. Hoeveel men echter uit het begrip 'betekenis' haalt, zal per persoon verschillen. Of om met een citaat van de auteurs te eindigen: 'De meeste mensen vinden ongeveer zoveel betekenis in hun leven als ze besluiten te vinden'.