In een prettig leesbaar boek waarin theorie en praktijk op een ‘natuurlijke’ manier bij elkaar worden gebracht, wordt de lezer getrakteerd op de wijze lessen die bioloog Van Veen voor ons in petto heeft. Niet alleen geschikt voor leiders maar ook voor iedereen die in een bedrijf zich af en toe verwondert over gedrag van mensen.
Het eerste wat je je als lezer afvraagt: hoezo een vergelijking met apen? Van Veen heeft blijkbaar op die vraag geanticipeerd want al in de inleiding krijgt de lezer keurig een antwoord op die vraag. In essentie komt het erop neer dat 98% van onze genen identiek is aan die van chimpansees; dat apen ook in staat zijn tot complex leren; in staat zijn de effecten van hun gedrag in te schatten en tot slot een grote mate van intelligentie kennen waardoor ze in staat zijn tot complex denken.
Na deze legitimering legt Van Veen zijn kaarten op tafel en beschrijft aan de hand van een aantal hoofdthema’s hoe die vergelijkingen tussen mens en aap in zowel theorie als ook in praktijk uitpakken.
Van Veen maakt in het begin van het boek het onderscheid tussen bedrijfsmatige problemen en gedragsproblemen en geeft aan dat het nuttig is om dat onderscheid te kunnen maken. Inzicht in gedrag vereist een andere manier van kijken. De thema’s die in dit boek centraal staan, te weten: hiërarchie en dominantie, stress, veranderingen en communicatie helpen in te zoomen op dat gedrag.
Het hoofdstuk over hiërarchie geeft direct al een aantal interessante vergelijkingen tussen het Alfamannetje en de menselijke leider. ‘Bazen’ blijken doorgaans altijd gebruik te maken van twee technieken: imponeergedrag en steunverwerving. Wie dit leest als lezer gaat onwillekeurig terug in de tijd en scant zijn eigen leidinggevenden. Nooit opgevallen of nooit bewust van geweest, is de eerste gedachte. Maar Van Veen legt dingen verder uit en vervolgens begin je in te zien dat wat voor leidinggevenden heel ‘natuurlijk gedrag ’ was, dit gedrag voor de volgers onbegrijpelijk was. Wie inzicht heeft in deze patronen, zal zich wellicht iets minder gaan verbazen en zou zelfs kunnen anticiperen op bepaald gedrag. Want gedrag is ook voorspelbaar. Ook leidinggevenden kunnen voldoende inzichten opdoen en zich afvragen of ze het ‘leidinggevende spel’ spelen volgens de regels die het bedrijf van hen verwacht. Neem het voorbeeld dat Van Veen beschrijft over de leidinggevende die ‘het wij-gevoel’ binnen zijn team wil vergroten. Realiseert deze leidinggevende dat hij vooral de steun zal krijgen van ‘beneden’ maar niet van zijn leidinggevende ‘boven’ hem?
het zijn dit soort kleine inzichten die het boek meer dan de moeite waard maken. De voorbeelden zijn herkenbaar en allemaal terug te vinden in de dagelijkste praktijk van organisaties.
Het hoofdstuk waar Van Veen misschien wel het diepst op in gaat is dat over stress. Ook daarin krijg je als lezer belangrijke wetenswaardigheden te lezen. Bijvoorbeeld dat mensen zonder ambitie goed blijken om te gaan met stress, of dat je door stress alleen komt te staan. Het zijn ethologen die gedrag bestuderen en begrijpen. Maar managers hebben geen tijd om te observeren, vaak zijn ze totaal blind, aldus van Veen.
Al met al een interessant boek voor iedereen die meer weer weten over gedrag van mens (en dier).
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.