Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

LEAN voor de overheid

Meer met minder, dat is in tijden van recessie vaak de opdracht voor overheidsorganisaties. Lean verbeteringsprogramma's gaan over het creëren van meer waarde, in minder tijd, met minder geld en administratieve lasten. Doel: een slanke en burgergerichte organisatie. Bert Teeuwen beschrijft in 'LEAN voor de Overheid' op een eenvoudige en praktische wijze de basis van het Lean denken in de overheid. De lezer krijgt door dit stapsgewijs en aantrekkelijk geschreven boek een aantal direct in de praktijk toepasbare praktische handvatten.

Ewold Drent | 24 mei 2012

In een periode van recessie ontstaat er een scherpere focus op het overheidsfunctioneren. Deze moet effectief en efficiënt te werk gaan. Meer doen met minder middelen staat daarin centraal. Lean verbeteringsprogramma's gaan over het creëren van meer waarde voor burgers en bedrijven, in minder tijd, met minder geld en administratieve lasten voor organisatie en burger. Lean heeft haar oorspong in de automobielindustrie in Japan en bestaat uit een verzameling van allerlei succesvol gebleken methoden en technieken. De term heeft te maken met het doel: een slanke en lenige organisatie. Lean is , ondanks de industriële oorsprong, volgens velen goed toepasbaar in overheidsorganisaties. En hoewel boeken vol zijn geschreven over het onderwerp zijn er maar weinig die ingaan op hoe de methodiek in een publieke organisatie toepasbaar is. Bert Teeuwen doet in het boek 'LEAN voor de overheid' een poging om dit gat te dichten. Het eerste deel van het boek gaat in op de basisprincipes van Lean en de interpretatie van die principes voor overheidsorganisaties. Volgens de auteur is een organisatie goed bezig als zij maximaal waarde creëert voor de klant, maar: ' wie is de klant?'. Deze vraag is vaak gemakkelijk te beantwoorden in private organisaties, maar bij publieke organisaties ligt dat anders. Het is niet altijd terecht om de burger als klant te zien en daarom maakt het boek onderscheid tussen zeven verschillende burgerrollen die elk een andere invloed hebben op organisatieprocessen. Vervolgens krijgt de lezer een stapsgewijze, praktische beschrijving van de aanpak van een Lean verbeterprogramma voorgeschoteld. Een belangrijk onderdeel daarin is het analyseren van de waardestroom (het proces). In de aanpak die de auteur schetst is het creëren van draagvlak en eigenaarschap bij medewerkers essentieel. Verbeterteams bestaan daarom uit mensen uit de organisatie zelf en er is niet alleen aandacht voor het verbeteren, maar ook op het leren verbeteren. Deze onderwerpen zijn helder beschreven en gemakkelijk te lezen door diverse opsommingen en vaak humoristische illustraties. Met de praktische tips en checklists kan de lezer direct aan de slag in de praktijk. De energie die vrijkomt na het eerste deel van het boek wordt minder naarmate het boek vordert. De auteur confronteert ons met een aantal abstractere en algemene hoofdstukken die ingaan op de ideale publieke dienstverlener, reorganisaties en Lean en Lean en bezuinigingen. Hoewel de onderwerpen op zichzelf wel degelijk relevant zijn, is het onduidelijk wat de schrijver ermee beoogt. De hoofdstukken zijn op zichzelf staand geschreven en missen de praktische insteek van het eerste deel van het boek. Daarnaast lijken de hoofdstukken al eerder vermelde onderdelen te herhalen. De verwarring wordt groter als we onverwacht weer de praktijk induiken met het laatste hoofdstuk over de werkplek met daarin een praktische uitleg over het voorkomen van ongeorganiseerde, rommelige werkplekken. Hierdoor sluit het boek af met een voorwaarde voor een Lean verbetertraject (de georganiseerde werkplek) waarmee de lezer aan de slag moet, terwijl deze het boek juist leest om aan de slag te gaan met Lean. Lean voor de overheid biedt de geïnteresseerde professional of manager in een publieke organisatie een toegankelijke kennismaking met het begrip Lean. Voor mensen die zoeken naar een theoretische verdieping van de Lean methodiek is het boek minder geschikt. Het grootste deel van het boek is aanstekelijk en motiveert om de methode direct in de eigen werksituatie te gaan toepassen. Het is jammer dat de auteur in het laatste deel deze 'flow' doorbreekt in plaats van ermee af te sluiten. Want, zoals hij zelf aangeeft: 'een goede prestatie hangt in belangrijke mate af van motivatie'.

Over Ewold Drent
Ewold Drent studeerde Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en behaalde in 2009 zijn Master Change Management op het onderwerp Appreciative Inquiry. Hij werkt bij BMC Advies & Management als junior adviseur op het snijvlak van bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling in de publieke sector. Als jonge professional heeft hij een frisse en kritische blik en is hij continu op zoek naar nieuwe kennis en inzichten en de toepassing in de praktijk.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden