In zijn boek Rationaliteit beschrijft Pinker de denkgereedschappen die ons helpen bij de afweging van riskante keuzes, het beoordelen van dubieuze beweringen, het doorgronden van verwarrende paradoxen en het begrijpen van tragedies en tegenslagen in het leven.
Het boek is voortgekomen uit een collegereeks op Harvard. Pinker was net als veel andere psychologen gewend om in zijn colleges veel uit te wijden over de zwakheden in het menselijk denken. Deze kennis is een grote verdienste van het vakgebied van de cognitieve psychologie. Zie hiervoor o.a. het boek Ons feilbare denken van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman. De andere kant van de cognitieve psychologie, inzicht in de instrumenten voor zuiver redeneren, komt minder vaak aan bod. Maar die is minstens zo boeiend en relevant voor ons als individu en als samenleving.
Omvattend boek
Pinker is hiermee de eerste die een omvattend en toegankelijk boek heeft geschreven over de denkgereedschappen voor rationeel denken. De kern van het boek is een samenvatting van zestig jaar kennis en inzichten die Pinker in zeven uitgebreide hoofdstukken uit de doeken doet. Zijn uiteenzetting is gedetailleerd en de stof is bij tijd en wijle behoorlijk moeilijk. De Harvard-studenten waren immers zijn referentiepubliek. Zelf heb ik cognitieve psychologie (functieleer) in Leiden gestudeerd. Op alle onderwerpen heb ik ooit ook tentamen moeten doen. Misschien ben ik daarom zo opgetogen over de opfriscursus van Pinker. Onderwerpen die ik altijd verschrikkelijk moeilijk heb gevonden, zoals de bayesiaanse argumentatie, begrijp ik nu een stuk beter. Ook Pinkers’ reflecterende commentaren hebben mij aan het denken gezet. Zoals de suggestie dat we beter worden in rationaliteit als we de wiskundige raadseltjes omzetten in telbare eenheden en visualisaties van de echte wereld. Regelmatig strooit Pinker met kleine anekdotes en animerende cartoons. Het kost niet veel moeite om je in te beelden dat je bij Pinker in de collegezaal zit.
Drogredenaties
Na een eerste uitleg over wat rationeel denken is, begint gelijk het eerste moeilijke onderwerp: logisch en kritisch denken. Al in de inleiding had Pinker aangetoond dat we daar, in ongetrainde vorm, moeite mee hebben. Vervolgens illustreert hij tal van drogredenaties, die een getraind persoon zou moeten kunnen herkennen. Een belangrijke de bron van veel menselijke dwaasheid is de neiging om een (voor ons gevoel) niet-toevallig patroon aan te zien voor een niet-toevallig proces. We hebben rationeel denken nodig om het toeval in ons leven en de onzekerheden in onze kennis te kunnen duiden. Daarom volgt een uitleg over hoe we de menselijke intuïtie kunnen bijsturen door gebeurtenissen te zien als frequenties in een langere tijdreeks en ons niet de laten misleiden door de beschikbaarheid van herinneringen. Het lastigste aan kansrekening is onderscheid te maken tussen afhankelijke en onafhankelijke kansen. Zelfs statistici hebben daar moeite mee.
Bayesiaanse argumentatie
Een volgend moeilijk onderwerp is de bayesiaanse argumentatie als hulpmiddel om waarschijnlijkheid in te schatten. We gaan vaak de mist in als we proberen in te schatten wat de kans is op een bepaalde gebeurtenis. We houden geen rekening met hoe waarschijnlijk het is dat iets voor komt. Onwaarschijnlijke zaken, zoals iemand die ernstig ziek wordt van een coronavaccin, springen sterk in het oog en vertroebelen onze risico-inschatting. Rationele keuzetheorie is een hulpmiddel om beslissingen te maken in onzekerheid. Hoewel dit doorgaans als koud en zakelijk wordt afgeschilderd, gaat het feitelijk om het maken van keuzes in overeenstemming met onze waarden en doeleinden. Hij laat zien hoe we kwetsbaar zijn voor irrationele keuzes en daardoor tegen de spelregels van de rationele keuzetheorie handelen.
Onderscheid tussen signalen en ruis
Een belangrijke hulpbron bij rationele beslissingen is onderscheid te kunnen maken tussen signalen en ruis. Hier komen we bij de meest basale kennis over wetenschappelijk onderzoek. Namelijk vaststellen of de conclusie aan de hand van waarnemingen waar of onwaar is. Statistische significantie gaat wederom over bayesiaanse aannemelijkheid. Gegeven deze onderzoeksgegevens, hoe aannemelijk is het dat de theorie waar is? Na dit hoofdstuk neemt Pinker de sprong naar speltheorieën zoals het gevangenendilemma. Dit gaat over wedijver en samenwerking, en de vreemde rationaliteit die daaruit voortkomt. Hier merk ik dat Pinker een positie kiest die de nadruk legt op competitie. De menselijke natuur is echter in uiteenlopende situaties gericht op samenwerking en het bevorderen van vertrouwen. Deze kant van het spectrum had meer aandacht mogen krijgen. Het laatste hoofdstuk over denkgereedschappen gaat over causaliteit en is daarmee het moeilijkste onderwerp. Zijn uitleg over causale bayesiaans netwerken heeft mij eindelijk doen begrijpen wat Judea Pearl in Het boek waarom bedoelde. Met deze netwerken kun je een kluwen van oorzaken, voorwaarden en storende variabelen uiteenrafelen om vast te stellen welke gebeurtenissen causaal afhankelijk of onafhankelijk van elkaar zijn.
Rationaliteit versus de mythische denkwijze
In de laatste hoofdstukken behandelt hij de vragen waar iedereen op zat te wachten. Wat is er mis met mensen? Waarom zijn ze zo irrationeel (de laatste tijd)? Nee dat komt niet omdat ze een opfriscursus rationeel denken nodig hebben. Zo goedkoop is Pinker niet. Zijn belangrijkste verklaring is dat mensen de wereld opdelen in de tastbare dagelijkse wereld, en de wereld buiten hun directe ervaring. In die eerste zone kunnen de meesten prima rationeel denken. In de tweede zone neigen veel mensen naar een mythisch denkwijze. Daar leeft het mythische begrip dat de geest los van het lichaam kan bestaan en neigen sommigen naar telepathie, helderziendheid en reïncarnatie. Of de gedachte dat levende wezens onzichtbare substanties bevatten die hun vorm en kracht geven. Dit past bij homeopathie en geneeskrachtige kruiden. En de opvatting dat vaccins of genetisch gemodificeerd voedsel je lichaam vervuilen. Tot slot maken mensen de stap van hun eigen doelgerichte en planmatige denken naar de gedachte dat de wereld is geschapen vanuit een Goddelijk plan.
Repliek
Zoals te verwachten eindigt Pinker met een pleidooi voor rationeel denken en hoe dit de vooruitgang in de wereld stuwt. Hij gaat hiermee impliciet in op een van de aanklachten tegen zijn vorige boek, Verlichting, nu. De repliek tegen Pinker was toen dat vooruitgang vaak ook het resultaat is geweest van de strijd van revolutionairen tegen de zittende macht. Pinker citeert filosofen en intellectuelen uit uiteenlopende tijdperken om aan te tonen dat intellectuele betogen daadwerkelijk hebben geholpen richting te geven aan bewegingen die naar verandering streefden. Als uitsmijter in het verhaal over rationaliteit en als laatste gewicht in de schaal laat Pinker zien dat goed argumenteren kan je behoeden voor tegenslag in het leven. Uit onderzoek blijkt: hoe minder denkfouten in redeneringen, hoe minder debacles in het leven.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.