De zoektocht in het boek is die naar hoe leiding te geven aan zelfsturende teams. Door de toenemende omslag naar zelfsturende teams wordt ook deze vraag steeds vaker gesteld. En terecht want daarnaast blijkt dat een van de fricties bij het werken met zelfsturende teams is dat deze op een traditionele manier gemanaged worden. En dat blijkt niet goed te werken.
Het blijkt in de praktijk helemaal niet eenvoudig om zelfsturende teams aan te sturen. Wat kan en mag er nog gestuurd worden? Het is heel anders dan de aansturing van een team door een traditionele manager. Deze omslag wordt bijvoorbeeld ook in Reinventing organizations goed beschreven.
Waar de meeste aanhangers van zelfsturende teams een sterke voorkeur hebben om te doen en uit te proberen, gaat De Bijenherder nauwelijks verder dan het denkproces dat de hoofdpersoon doorloopt om te komen tot een aanpak. Deze is weliswaar gebaseerd op de praktijkervaring van zijn opa, maar dat blijft iets anders dan zelf ervaren. Iets wat de hoofdpersonen in The Goal, The Phoenix Project en Getting Teams Done wel ondergaan.
Het boek en de presentatie daarin gaan een slag dieper dan hierboven weergegeven. Dat biedt voldoende aanknopingspunten om een (flinke) stap te maken in het leiden van zelfsturende teams. Naast het boek en de aangereikte handvatten daarin, moet je als leidinggevende natuurlijk zelf aan de slag, zelf doen en ervaren. De ervaring en feedback kun je dan weer ijken aan de aandachtspunten die in het boek worden meegegeven.
De Bijenherder is een aanrader. Het leest makkelijk en de basis van het aansturen van zelfsturende teams wordt zeker goed duidelijk. Er worden praktische tips aangereikt. Daarna is het doen. Zorgen voor feedback en toetsen aan de handreikingen die de hoofdpersoon voor je heeft opgesteld.