René Maatman is bestuurslid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Daarnaast is hij hoogleraar vermogensbeheer aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer over de auteursPensioen 2025
Gebonden Nederlands 2022 1e druk 9789013168792Samenvatting
Deze titel geeft een heldere uitleg over het Pensioenakkoord 2019 en de uitwerking in het wetsvoorstel. De beweegredenen van de regering om tot dit Pensioenakkoord te komen worden uitgebreid besproken. De opstellen in deze bundel behandelen zowel juridische, economische als arbeidsorganisatorische aspecten van pensioenen. Zeer waardevol voor o.a. advocaten en pensioendeskundigen.
De herziening van het pensioenstelsel is de grootste wijziging van de pensioenwetgeving sinds 1950 (de totstandkoming van de Pensioen- en spaarfondsenwet). Sociale partners en pensioenuitvoerders, zoals pensioenfondsen, verzekeraars en premiepensioeninstellingen, moeten zich voorbereiden op het nieuwe juridisch en fiscaal regime. Dat vereist een wijziging van nagenoeg alle (collectieve) arbeidsovereenkomsten, uitvoeringsovereenkomsten en pensioenreglementen, waarbij keuzes gemaakt moeten worden over de transitie en de invulling van het nieuwe contract.
Pensioen 2025 helpt professionals om het Pensioenakkoord 2019 en de uitwerking in het wetsvoorstel te begrijpen. De bundel bevat een verzameling van opstellen die het nieuwe pensioenstelsel op heldere wijze belichten. Vanuit vele invalshoeken krijg je als lezer een beeld van de beweegredenen van de sociale partners en de regering om tot het Pensioenakkoord 2019 te komen en dit uit te werken in het aanhangige wetsvoorstel. Wie de ratio begrijpt van bepaalde keuzes is in staat om zich het nieuwe stelsel eigen te maken en ermee te werken. Dit maakt de titel van grote waarde voor bijvoorbeeld pensioendeskundigen, advocaten en bedrijfsjuristen.
Pensioen actueel
Onlangs is het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (Wtp) bij de Tweede Kamer ingediend. Iedereen die beroepshalve betrokken is bij pensioenen, krijgt te maken met de Wtp. Deze actuele titel is voor hen samengesteld en stelt de lezer in staat de achtergronden van de Wtp te begrijpen.
Pensioen 2025 is van grote waarde voor personeels- en pensioendeskundigen, advocaten, bedrijfsjuristen en anderen die advies geven over pensioenen.
Specificaties
Lezersrecensies
Over Mark Heemskerk
Inhoudsopgave
Introductie: Pensioen 2025 1
René Maatman, Mark Heemskerk, Marike Knoef & Theo Nijman
1. Inleiding en verantwoording 1
2. De hoofdlijnen van de nieuwe pensioencontracten 2
3. De indeling van deze bundel 4
4. De inhoud van dit boek 6
4.1 Het pensioenakkoord verzekert welvaartswinst, maar is niet af 7
4.2 Collectiviteit, solidariteit en zekerheid in het pensioenakkoord 7
4.3 Zonder doel kun je niet sturen. Over pensioenfonds, doelstelling, governance en toezicht 8
4.4 Transition to a new pension contract in the Netherlands: Lessons from abroad 8
4.5 Van uitkeringsovereenkomst naar PPR 9
4.6 Compensatie bij afschaffi ng doorsneesystematiek 10
4.7 Bevoegdheidsverdeling tussen sociale partners en pensioenfonds 10
4.8 Op weg naar het nieuwe pensioen: maar niet zonder medezeggenschap 11
4.9 De boardroom journey voor pensioenfondsbestuurders naar de Wet toekomst pensioenen 11
4.10 Invaren pensioenen: alternatieven voor afschaffi ng individueel bezwaarrecht 12
4.11 Het eigendomsrecht op aanvullend pensioen 12
4.12 De solidariteitsreserve juridisch ontrafeld 13
4.13 Verplichtstelling na pensioenakkoord houdbaar 14
4.14 Pensioenfondsen en zorgplichten: uitdijen of indammen? 14
4.15 Keuzes tijdens de pensioenopbouw: de effecten van nudging met volgorde en standaardopties 15
4.16 Nabestaandenpensioen niet verzekerd 16
4.17 Pensioenzekerheid 16
4.18 Wat te doen met de verzekerde regeling in de Wet toekomst pensioenen? 17
4.19 Toekomst arbeidsmarkt en pensioen – Een verkenning voor de langere termijn 18
4.20 Verantwoordelijkheidsverdeling rond planning pensioenvoorziening 18
Het pensioenakkoord verzekert welvaartswinst, maar is niet af 21
Casper van Ewijk & Theo Nijman
1. Afschaffi ng van de doorsneesystematiek 21
2. Premieregelingen met persoonlijker premies 22
3. Inzicht in opgebouwd vermogen 24
4. Meer keuzevrijheid 25
5. Twee pensioencontracten 25
6. Maatwerk naar leeftijd en lifecycles 26
7. Eerder indexeren door dubbele transitie en vaste daling 27
8. Transitie en compensatie 28
9. De stuurgroep aan zet 29
Collectiviteit, solidariteit en zekerheid in het pensioenakkoord 33
Frank Vandenbroucke
1. De historiek van het pensioenakkoord: mijlpalen en elementen van interpretatie 40
1.1 Hervormingen in de AOW: op zoek naar een evenwichtige spelregel 41
1.2 De vernieuwing van de aanvullende pensioenen: op zoek naar een nieuw pensioencontract 43
2. Doelstellingen, opties en randvoorwaarden bij het akkoord over de aanvullende pensioenen van 2019 49
3. Over solidariteit, zekerheid en vertrouwen 53
3.1 Solidariteit in een onzekere wereld 53
3.2 Zekerheid in een onzekere wereld 57
3.3 Vertrouwen in een onzekere wereld 64
4. Spanningen tussen doelstellingen en randvoorwaarden, en andere kanttekeningen 68
4.1 Beleggen volgens een lifecycle patroon 69
4.2 Stabiele premies 70
4.3 De dubbele noodrem en het beschermen van nieuwe deelnemers 71
4.4 De doorsneesystematiek 73
4.5 Keuzevrijheid 76
4.6 De verplichtstelling en juridische vragen bij de transitie 79
4.7 Pensioen voor zzp’ers 79
5. Het pensioenstelsel en de welvaart van ouderen: indicatoren en empirische observaties 80
5.1 De doelstellingen van het sociale contract en de inkomenspositie van ouderen 81
5.2 De instrumenten voor het intergenerationele sociale contract 83
5.3 De inkomenspositie van ouderen in Nederland: empirische observaties 84
6. Envoi 86
Zonder doel kun je niet sturen 91
René Maatman
1. Inleiding 91
1.1 Aanleiding 91
1.2 Plan van behandeling 92
2. Het belang van governance 92
2.1 Inleiding 92
2.2 Rechtspersoon, governance en doelstelling 92
2.3 Evenwichtige belangenafweging – doelstellingen en beleidsuitgangspunten 95
2.4 Intern toezicht 96
2.5 Verantwoording 98
2.6 Wetgever en toezichthouders bepalen het speelveld 98
2.7 Intern en extern toezicht complementair – maar geen verlengstuk 100
2.8 Maar de werkelijkheid in de pensioensector is anders … 100
3. Waar ging het mis? 101
3.1 Inleiding 101
3.2 Zwakke governance en zwak extern toezicht. Maar beleggingsresultaten maskeren elk probleem: 1995-2002 101
3.3 Zwakke governance, zwak extern toezicht en een wetgever die overcompenseert: 2002-2012 102
3.4 Betere governance, aarzelende wetgever en een toezichthouder die overcompenseert: 2012-2020 104
3.5 Tussenconclusie: toezichtparadox 106
4. Hoe zou het anders kunnen? 106
4.1 Inleiding 106
4.2 Cultuur bouwen 107
4.3 Wat betekent dit voor intern en extern toezicht? 108
5. Herschikking 109
5.1 Inleiding 109
5.2 Pensioenrichtlijn bepaalt het kader 111
5.3 Een pensioenfonds dat zijn ‘waarden’ cultiveert 112
6. Het pensioenfonds als duale instelling 113
6.1 Inleiding 113
6.2 Sociale functie 113
6.3 Financiële instelling 115
6.4 Pensioenfonds als risicodrager en herverdeler 116
6.5 Vragen om moeilijkheden? 117
6.6 Pensioenakkoord vereist herverdeling 118
7. Conclusie en kernboodschappen 120
7.1 Inleiding 120
7.2 Grote lijnen 120
7.3 Enkele kernboodschappen 122
Transition to a new pensioncontract in the Netherlands: Lessons from abroad 123
Benne van Popta & Onno Steenbeek
1. Introduction 123
2. Main observations and key lessons 124
3. Current second-pillar pension system in the Netherlands 133
4. The new pension contract 137
Van uitkeringsovereenkomst naar PPR 141
Mark Heemskerk, Kees Kamminga, René Maatman & Bas Werker
1. Inleiding, probleemstelling en afbakening 141
1.1 Inleiding 141
1.2 Probleemstelling 141
1.3 Terminologie 142
1.4 Scenario’s 143
1.4 Geen wettelijk verplichte transitie 145
1.5 Het PPR is niet uitontwikkeld 146
1.6 Geen wettelijk transitiekader, fiscaliteit of pensioendocumenten 146
1.7 De wetgever faciliteert het PPR 147
1.8 Opbouw paper 148
2. Aanvaarding PPR-opdracht door pensioenuitvoerders 148
2.1 Inleiding 148
2.2 PPR vereist een opdracht tot uitvoering nieuwe regeling 149
2.2.1 Geen PPR zonder wijziging pensioenovereenkomst 149
2.2.2 Geen PPR zonder wijziging uitvoeringsovereenkomst 149
2.2.3 Overgang naar een PPR vanuit verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds? 150
2.2.4 Intrekking van verplichtstelling als opening voor PPR 151
2.2.5 Nieuwe verplichtstelling met PPR 151
2.3 Wie is de opdrachtgever van een PPR? 152
2.3.1 De individuele werkgever als opdrachtgever 152
2.3.2 Sociale partners als opdrachtgever van bedrijfstakpensioenfonds 152
2.3.3 De inhoud van de opdracht voor het PPR 153
2.3.4 Verzoek tot uitvoering toekomstige opbouw van het PPR 153
2.4 Elementen van de opdracht 154
2.4.1 Degressieve opbouw in PPR? 154
2.4.2 Vereveningsbuffer in PPR 154
2.4.3 Verzoek tot collectieve waardeoverdracht naar PPR 154
2.5 Uitvoering PPR 155
2.5.1 Opdrachtaanvaarding door pensioenfonds 155
2.5.2 Uitvoering door verzekeraar 155
2.5.3 Beoordeling risico’s 156
2.5.4 Toetsing juridische risico’s 156
2.6 Tussenconclusie 159
3. Transitie zonder conversie | overstap 160
3.1 Inleiding 160
3.2 Economische herverdeling door de transitie 160
3.2.1 Afschaffi ng doorsnee-opbouw 161
3.2.2 Herstelpremies na transitie 162
3.2.3 Verschil dekkingsgraad/premiedekkingsgraad 162
3.3 Transitie en kruissubsidiëring (Scenario 1a) 163
3.3.1 Het algemeen pensioenfonds mag ringfencen 163
3.3.2 Ringfencing niet wezenlijk voor verplichtstelling 164
3.4 Transitie en overstap (scenario 1b) 164
3.5 Tussenconclusie 164
4. Transitie met Conversie | overstap 165
4.1 Inleiding 165
4.2 Wordt conversie belemmerd door aantastverbod? 165
4.3 Conversie bij huidige pensioenuitvoerder – Pensioenfonds I 166
4.4 De bezwaarmogelijkheid tegen conversie 166
4.5 Toedeling van DB naar PPR – waardebepaling 167
4.6 De juridische overdrachtswaarde bij omzetting 167
4.7 Verdelen van buffers en tekorten bij vaststellen beginsaldo PPR 168
4.8 Overdrachtswaarde: korten of indexatie i.v.m. overdracht 168
4.9 De economische waarde van juridische aanspraken 169
4.10 Verdeling buffer/tekort 170
4.11 Compensatie 171
4.12 Transitie, conversie en overstap 172
4.12.1 Waardeoverdracht op verzoek van de werkgever – artikel 83 Pw 172
4.12.2 Overstap via liquidatie van het pensioenfonds – artikel 84 PW 174
4.12.3 Geen conversie naar PPR door liquidatie 175
4.12.4 Herziening collectieve waardeoverdracht 176
4.13 Verkrijging onder algemene titel 176
4.13.1 Juridische fusie 177
4.13.2 Vormvereisten 178
4.14 Tussenconclusie 179
5. Conclusies en aanbevelingen 180
5.1 Transitie en conversie van uitkeringsovereenkomst naar PPR – overstap 180
5.2 Opdracht en aanvaarding van transitie naar PPR 180
5.3 Belemmeringen en aanbevelingen 181
Compensatie bij afschaffing doorsneesystematiek 185
Dick Boeijen, Chantal de Groot, Mark Heemskerk, Niels Kortleve & René Maatman
1. Inleiding en probleemstelling 185
1.1 Probleembeschrijving 185
1.2 Vraagstelling 186
1.3 Terminologie en afbakening 187
1.4 Opzet 189
2. Achtergronden probleembeschrijving 190
2.1 Inleiding 190
2.2 Compensatie: waarom en hoe? 190
2.3 Impliciete compensatie 191
2.4 Expliciete compensatie 193
2.4.1 Wie krijgt hoeveel aanspraken? 193
2.4.2 Hoe wordt de compensatie gefi nancierd? 194
2.4.3 In welk tempo worden extra aanspraken toegekend? 197
2.4.4 Randvoorwaarden bij expliciete compensatie 198
2.5 Tussenconclusie 198
3. Wijziging toekomstige opbouw – Recht op compensatie? 199
3.1 Inleiding 199
3.2 Juridische actie: weinig kansrijk bij rechtsgeldige wijziging 199
3.3 Wanprestatie: nakoming en/of schadevergoeding 200
3.3.1 Rechtsgeldige wijziging door het verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds 201
3.3.2 Rechtsgeldige wijziging door werkgever: zwaarwichtig belang en instemming OR 202
3.4 Onrechtmatige daad 204
3.4.1 Aansprakelijkheid van de Staat 204
3.4.2 Aansprakelijkheid van de werkgever, sociale partners of de pensioenuitvoerder 207
3.5 Leeftijdsdiscriminatie door degressieve pensioenopbouw? 208
3.6 Tussenconclusie 213
4. Wijziging bestaande opbouw: Invaren – schadevergoeding? 214
4.1 Inleiding 214
4.2 Invaren 214
4.3 Horizontaal en verticaal invaarrisico 215
4.3.1 Verticaal invaarrisico 215
4.3.2 Europees Handvest 216
4.3.3 Recente jurisprudentie 217
4.4 Horizontaal invaarrisico 220
4.4.1 Aansprakelijkheid van de overige partijen 220
4.4.2 Toedeling van buffers kan leiden tot juridische actie 221
4.4.3 Toedeling van premieopslag kan leiden tot juridische actie 221
4.5 Wie kan invaarrisico dragen? 222
4.6 Tussenconclusie 223
5. Conclusies, antwoorden en kernboodschap 223
5.1 Inleiding 223
5.2 Vooraf: puzzelstukje versus puzzel 224
5.3 Hoofdlijnen 224
5.3.1 Wijzigen toekomstige opbouw 224
5.3.2 Wijzigingsroute is afhankelijk van type pensioenuitvoerder 224
5.3.3 Wegen om degressieve opbouw aan te vechten 225
5.3.4 Wijzigen bestaande opbouw: invaren 225
5.3.5 Verboden leeftijdsonderscheid leidt tot nietigheid 225
5.3.6 Wijze van compenseren 226
5.3.7 Compensatie door pensioenfonds 227
5.4 Beantwoording van de vragen 227
5.5 Ter afronding: een kernboodschap 229
Bevoegdheidsverdeling sociale partners en pensioenfonds bij stelseltransitie 231
René Maatman & Mark Heemskerk
1. Inleiding en probleemstelling 231
1.1 Aanleiding: juridische knelpunten WTP 231
1.2 Probleemstelling 232
1.3 Afbakening 232
1.4 Opzet 233
2. Rolverdeling volgens de Wet toekomst pensioenen 234
2.1 Inleiding 234
2.2 Besluitvormingsproces sociale partners en pensioenuitvoerder 234
2.3 Werkgever stuurt gewijzigde pensioenovereenkomst en transitieplan naar uitvoerder 235
2.3.1 Pensioenovereenkomst 235
2.3.2 Sociale partners: premieregeling en premiehoogte 235
2.3.3 Bedrijfstakpensioenfondsroute 236
2.4 Premie, risicohouding, beleggingsbeleid en solidariteitsreserve 237
2.4.1 Premie 237
2.4.2 Risicohouding, beleggingsbeleid en solidariteitsreserve 238
2.5 Transitieplan 238
2.5.1 Initiatief bij werkgever (sociale partners) 238
2.5.2 Mag of moet pensioenuitvoerder het transitieplan uitvoeren? 239
2.6 Invaren van opgebouwd pensioen 240
2.6.1 Moeten sociale partners verzoeken tot invaren? 240
2.6.2 Pensioenfondsen: invaren, tenzij 242
2.7 Compensatie 244
2.7.1 Sociale partners besluiten over noodzaak tot compensatie 244
2.7.2 Financiering van de compensatie: expliciet of impliciet 245
2.8 Solidariteitsreserve 246
2.8.1 Verplicht of facultatief 246
2.8.2 Vullen en legen 247
2.8.3 Verwarrende verantwoordelijkheidsverdeling 248
2.9 Pensioenuitvoerder: onderbrenging, opdrachtaanvaarding en implementatie 249
2.9.1 Implementatieplan 249
2.9.2 Uitvoeringsovereenkomst en onderbrenging gewijzigde pensioenovereenkomst 250
2.9.3 Opdrachtaanvaarding 251
2.10 Nadelen van het iteratief proces 252
2.11 Conclusie 252
3. Wegnemen van belemmeringen bij transitie 253
3.1 Inleiding 253
3.2 De transitiecommissie: rol beperkt tot sociale partners 253
3.3 Compensatie 254
3.4 Uitvoeringsovereenkomst en/of overeenkomst van opdracht 255
3.4.1 Wilsovereenstemming uitvoering 255
3.4.2 Art. 102a PW: opdrachtaanvaarding 256
3.4.3 Opdrachtaanvaarding of uitvoeringsovereenkomst als closing 257
3.4.4 Aanbeveling: verduidelijk de opdrachtovereenkomst 258
3.4.5 Aanbeveling: stel bedrijfstakuitvoeringsovereenkomst verplicht 259
3.5 Simultaan en culminerend in plaats van iteratief en volgtijdelijk 260
3.5.1 Volgtijdelijk loopt spaak 260
3.5.2 Aanbeveling: simultaan past beter 260
3.6 Aanbeveling: verduidelijk regeling over invaren 261
3.7 Aanbeveling: introduceer prikkels om transitie te bevorderen en sancties 262
4. Slotbeschouwing en aanbevelingen 264
4.1 Knelpunten in bevoegdheidsverdeling bij transitie 264
4.2 Zeven aanbevelingen 265
Op weg naar het nieuwe pensioen: maar niet zonder medezeggenschap 271
Mark Heemskerk
1. Inleiding en probleemstelling 271
2. Toekomstige pensioenopbouw wijzigen vóór 1 januari 2024 271
2.1 Alleen premie-overeenkomsten toegestaan vanaf 2024 271
2.2 Overgangsrecht voor verzekerde regelingen 273
3. Wijziging opgebouwd pensioen 273
3.1 Opgebouwd pensioen bij pensioenfonds omzetten naar premieovereenkomst 273
3.2 Individueel bezwaarrecht omzetting opgebouwd pensioen verdwijnt 273
3.3 Transitieplan werkgever/sociale partner 274
3.4 Pensioenuitvoerder moet implementatieplan sturen aan DNB op 1 juli 2024 274
4. OR bij ondernemersbesluiten, VO bij pensioenfondsbesluiten 275
4.1 Besluiten van het pensioenfonds: adviesrecht verantwoordingsorgaan 275
4.2 Instemmingsrecht OR pensioenbesluiten ondernemer 275
5. Instemmingstraject wijziging pensioen door ondernemer 276
5.1 Instemmingsrecht OR bij wijziging pensioenovereenkomst 276
5.2 Instemmingsrecht OR bij wijziging uitvoeringsovereenkomst 277
5.3 Instemmingsrecht bij verzoek waardeoverdracht opgebouwd pensioen? 277
5.4 Gevolgen niet instemmen OR voor de transitie 278
5.4.1 Nietigheidsberoep OR 278
5.4.2 Vervangende toestemming van de kantonrechter 279
6. Adviesrecht verantwoordingsorgaan bij voorgenomen besluit pensioenfonds 280
6.1 Verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan bij pensioenfondsen 280
6.2 De positie van het verantwoordingsorgaan binnen pensioenfondsen 280
6.3 Adviesrecht van het verantwoordingsorgaan 281
6.3.1 Geen adviesrecht over pensioenreglement, korting en opdrachtaanvaarding 282
6.4 Adviesrechten verantwoordingsorgaan tijdens de transitie 283
6.4.1 Voorgenomen besluit tot collectieve waardeoverdracht (invaarbesluit) 283
6.4.2 Adviesrecht uitvoeringsovereenkomst en uitvoeringsreglement 284
6.4.3 Adviesrecht overbruggingsplan 285
6.5 Uitbreiding informatierecht verantwoordingsorgaan tijdens transitie 285
7. Het beroepsrecht bij de Ondernemingskamer 286
7.1 Beroepsgronden 286
7.2 Was het besluit van het pensioenfonds onredelijk? 286
7.3 Beroepstermijn acht weken en geen opschortende werking tijdens beroepstermijn 287
8. Conclusie 288
9. Tot slot 289
De boardroom journey van pensioenfondsbestuurders naar de Wet toekomst pensioenen. Via verantwoorde besluitvorming naar een evenwichtige transitie 291
Mark Heemskerk, Erik Luttenberg & Jan de Planque
1. De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel 291
2. Probleemstelling 292
3. Afbakening 293
4. Adequate en evenwichtige transitie: verantwoordelijkheid voor fondsbestuurders 293
5. Stappenplan pensioenfondsbestuur bij transitie naar de Wet toekomst pensioenen 294
6. Boardroomuitdagingen bij de migratie naar de Wet toekomst pensioenen 295
7. Verplichtstelling 297
8. Leeftijdsonderscheid rechtvaardigen 297
9. Eigendomsrecht 299
10. Bevoegdheid pensioenfonds versus sociale partners 301
11. Verantwoorde besluitvorming in stappen 305
12. Conceptbesluit sociale partners nieuwe regeling, compensatie en invaren (uiterlijk 1 juli 2023) 308
13. Communicatieplan (laten) opstellen 308
14. Uitgangspunten, randvoorwaarden en governance bij een evenwichtige transitie 309
15. Conclusies en aanbevelingen 310
Invaren pensioenen: alternatieven voor afschaffing individueel bezwaarrecht 313
Eric Lutjens, René Maatman & Mark Heemskerk
1. Afschaffing individueel bezwaarrecht en maatschappelijke acceptatie daarvan 313
1.1 Wetsvoorstel schaft individueel bezwaarrecht af bij invaren 313
1.2 Ondermijnt afschaffing individueel bezwaarrecht maatschappelijk draagvlak? 315
2. Vergelijking invaren huidig recht met conceptwetsvoorstel 316
2.1 Invaren in drie stappen: wijziging, verzoek en besluit waardeoverdracht 316
2.2 Verschil invaren wetsvoorstel en huidige wetgeving 317
3. Alternatief 1: individueel bezwaarrecht met collectiviteitkring 318
3.1 Begunstigden behouden vrijheid over opgebouwd pensioen 318
3.2 Vormgeving: collectiviteitkringen 319
3.3 Aandachtspunten en nadelen 320
4. Alternatief 2: collectief bezwaarrecht met collectiviteitkring 322
4.1 Collectief bezwaarrecht over invaarbesluit voor representatieve vereniging 322
4.2 Bezwaarrecht tegen transitieplan of besluit pensioenfonds? 323
4.3 Geen onredelijke bezwaren verenigingen – rechterlijke toetsing 324
4.4 Verschil collectief bezwaarrecht met conceptwetsvoorstel en individueel bezwaarrecht 324
5. Collectiviteitkring of pensioenbewaarder? 326
5.1 De aard en werking van een pensioenbewaarder 326
5.2 Collectiviteitkring vergeleken met pensioenbewaarder 327
6. Tot slot 329
Het eigendomsrecht op aanvullend pensioen 331
Monique van der Poel
1. Inleiding 331
2. Geen nationaal eigendomsrecht op aanvullend pensioen; geen zaak, wel vermogensrecht 333
3. Contractsvrijheid bij de pensioenovereenkomst 334
4. Het verbintenissenrecht en de pensioenvorderingen 335
4.1 Premievordering en pensioenvordering 336
5. Het EVRM en het eigendomsrecht in art. 1 Protocol 1 EVRM 338
5.1 Wie beroept zich jegens wie op art. 1 Protocol 1 EVRM? 340
5.1.1 Verticale werking EVRM 340
5.1.2 Inbreuk door de overheid? 340
5.1.3 Horizontale werking en indirecte horizontale werking EVRM 341
5.1.4 Inbreuk door sociale partners, de werkgever of de pensioenuitvoerder? 342
5.2 Rechtspraak socialezekerheidsrechten van toepassing op aanvullend pensioen 344
5.3 Toetsingskader EHRM: het eerste beginsel is van toepassing 346
5.4 Toetsingskader EHRM: gerechtvaardigde inmenging in eigendomsrecht? 347
5.4.1 Reikwijdte eigendomsbegrip: bestaande rechten en gewettigde verwachtingen 348
5.5 Het verschil tussen eigendom en vorderingsrecht 350
6. Wijzigingen van het pensioen, de pensioenovereenkomst en het pensioenstelsel, getoetst aan het eigendomsrecht 351
6.1 Afschaffen of wijzigen verplichtstelling 351
6.2 Verminderen van pensioenaanspraken en pensioenrechten bij pensioenfondsen (korten) 353
6.2.1 Inmenging door een verdragsluitende staat (‘verticale werking’) 354
6.2.2 Sociale partners en de pensioenuitvoerder (‘horizontale werking’) – de wijzigingsbevoegdheid 356
6.2.3 Inmenging in het eigendomsrecht: instemming met korting of niet? 357
6.3 De doorsneesystematiek in strijd met eigendomsrecht? 358
6.3.1 Verplichte pensioenbijdrage niet in strijd met eigendomsrecht 359
6.3.2 Eigendomsrecht op doorsneepremie? 359
6.3.3 Vervanging doorsneepremie door andere premie? 360
6.3.4 Afschaffing doorsnee-opbouw en overstap op andere premie en opbouw 361
6.4 Het invaren van pensioen en aanpassen van art. 20 en 83 PW 362
6.4.1 Het afschaffen van het verbod op aantasting pensioen via de pensioenovereenkomst 363
6.4.2 Ontnemen individueel bezwaarrecht bij waardeoverdracht art. 83 PW 364
6.4.3 Collectieve waardeoverdracht art. 83 PW 367
7. Compensatie en overgangsrecht 368
8. Conclusie 369
De solidariteitsreserve juridisch ontrafeld 371
Erik Lutjens & Herman Kappelle
1. Inleiding: aanleiding, onderwerp en doel 371
2. Solidariteitsreserve: begrip, doel, welke overeenkomsten, werking 373
2.1 Begrip 373
2.2 Doel 373
2.3 Bij welke pensioenregelingen 375
2.4 Werking 376
2.4.1 Relevantie risicohouding 376
2.4.2 Onderdeel vermogen 376
2.4.3 Verantwoordelijkheidsverdeling 377
2.4.4 Toedelingsregels 378
2.4.5 Begrenzing 379
2.4.6 Vullen en uitdelen 380
2.4.7 Transitie 382
2.4.8 Uitvoeringsovereenkomst en pensioenreglement 383
2.4.9 Informatie 383
2.4.10 Medezeggenschap fondsorganen 384
3. Solidariteitsreserve: de uitvoerders 384
3.1 Pensioenfondsen 384
3.1.1 Nieuwe contract/beroepspremieregeling 384
3.1.2 Verbeterde premieovereenkomst/ beroepspremieregeling 385
3.1.3 Verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen 388
3.1.4 Vrijwillige aansluiting bij verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds 388
3.1.5 Vrijstellingen 390
3.1.6 Vrijwillige pensioenregeling 391
3.1.7 Collectiviteitkringen bij algemeen pensioenfonds 393
3.1.8 Verbod van ringfencing 393
3.2 Verzekeraars en PPI-en 395
3.2.1 Solidariteitsreserve alleen bij nieuw contract 395
3.2.2 Passend en geschikt 396
3.3 Pensioeninstellingen uit andere lidstaat (IBPV/IORP) 400
3.4 Schema 400
4. Solidariteitsreserve en gelijke behandeling 400
4.1 Arbeidsvoorwaarde en onderscheid op grond van leeftijd 401
4.2 Rechtvaardigingsgrond 401
5. Solidariteitsreserve en eigendom 404
5.1 Is er eigendomsrecht? 404
5.2 Evenwichtigheid 406
5.3 Bij ‘invaren’ 406
5.4 Individuele aanspraken 407
5.5 Collectieve aanspraken 408
5. Solidariteitsreserve en verplichtstelling 410
5.1 Mededingingsrecht en solidariteit 410
5.2 Toetsing toekomstige pensioenregelingen 413
5.3 Minimumeisen 415
5.3.1 Minimumeisen omvang 415
5.3.2 Minimumeisen doelen 416
5. Conclusies 417
Analyse: verplichtstelling na pensioenakkoord houdbaar 419
Erik Lutjens
1. Inleiding – onderwerp analyse 419
2. Het kader van het VWEU 421
3. Rechtspraak en literatuur 424
3.A De Albany rechtspraak 424
3.B Rechtspraak overig 437
3.C Conclusie rechtspraak 439
4. Noodzakelijkheid 440
4.A Conclusie noodzakelijkheid 447
4.B Vrije dienstverrichting 447
5. Solidariteit 448
5.A De rechtspraak 449
5.B Huidige pensioenregelingen 449
5.C Contracten volgens Pensioenakkoord 2019 450
5.D Schema 452
6. Analyse: verplichtstelling houdbaar? 453
6.A Rechtspraak 454
6.B Standpunten 454
6.C Beoordeling houdbaarheid verplichtstelling 456
7. Conclusie 467
Pensioenfondsen en zorgplichten: uitdijen of indammen? 477
René Maatman
1. Inleiding 477
2. Terminologie 478
3. Pensioeninformatie is tijdig, duidelijk, correct en evenwichtig (art. 48 Pw) 479
4. Waar praten we over bij zorgplichten en pensioen? 480
5. Fiduciaire plicht of zorgplicht? 482
5.1 Fiduciaire verplichtingen 483
5.2 Fiduciaire verplichtingen bij premieovereenkomst 484
5.3 Zorgplichten bij premieovereenkomst 485
5.4 Zorgplichten bij uitkeringsovereenkomst 486
6. Zorgplichten pensioenfondsen in beweging 487
6.1 Betrouwbaarheid van informatie 487
6.2 AFM vraagt aandacht voor productontwikkeling 488
6.3 AFM vraagt keuzebegeleiding 489
7. Jurisprudentie zorgplicht pensioenfondsen 491
7.1 Bijzondere zorgplicht fi nanciële onderneming 491
7.2 Bijzondere zorgplicht pensioenfondsen? 492
7.3 Conclusie AG bij PMT-arrest: refl exwerking 493
7.4 Conclusie AG bij PMT-arrest: bovenwettelijke zorgplicht 494
7.5 Schadevergoeding leidt tot herverdeling 495
8. Zorgplichten nieuw pensioenstelsel: overgang naar premieovereenkomst 496
8.1 Stelselwijziging: productontwikkelingsproces 496
8.2 Keuzes in verband met het nieuwe stelsel 498
8.3 Verkeerde keuze in retrospect 499
9. Het nieuwe stelsel: persoonlijker en meer keuzes 499
10. Wie kan zorgen voor advies en keuzebegeleiding? 500
11. Infrastructuur 501
12. Verkrijgen en delen van gegevens – AVG-aspecten 503
13. Pensioenfonds aanvaardt zorgplichten (of niet) … 504
14. Ter afsluiting 505
Keuzes tijdens de pensioenopbouw: de effecten van nudging met volgorde en standaardopties 509
Wilte Zijlstra, Jochem de Bresser & Marike Knoef
1. Inleiding 509
2. Opzet van het keuze-experiment 511
3. Interesse in minder of extra premieinleg 515
3.1 Vier van de tien werknemers passen premie aan 515
3.2 Wie kiezen er voor aanpassingen van pensioenpremie? 516
3.3 Het gaat niet vanzelf goed 518
4. Effecten van keuzearchitectuur: volgorde en vooringevulde keuzes 522
4.1 Volgorde van keuzes heeft effect 522
4.2 Vooringevulde keuzes hebben effect 523
4.3 Welke groepen zijn gevoelig voor nudging? 525
5. Conclusie 528
5.1 Interesse in keuzes tijdens de pensioenopbouw 528
5.2 Effecten van keuzearchitectuur 529
5.3 Keuze waar het kan, verplichting waar verstandig 530
Nabestaandenpensioen niet verzekerd 537
Bastiaan Starink & Michael Visser
1. Inleiding 537
2. Het nabestaandenpensioen anno 2016 539
2.1 De overheid trekt zich terug 539
2.2 Sociale partners springen lang niet altijd in het Anw-gat 541
2.3 Het reguliere nabestaandenpensioen 541
2.4 Heterogeniteit in pensioenregelingen 544
3. De relatie met ontwikkelingen in de samenleving 548
4. Risico’s voor het individu geïllustreerd 551
4.1 Geen Anw-hiaatpensioen in de pensioenregeling, maar ook geen AOW 551
4.2 Regelmatig van baan veranderen/afhankelijkheid partner bij nieuwe pensioenregeling door (regelmatige) baanverandering 553
4.3 Geen werk hebben 555
4.4 Scheiden en hertrouwen 556
4.5 Niet optimaal of te laat gebruik maken van keuzemogelijkheden rond nabestaandenpensioen 557
5. Aanbevelingen voor het nabestaandenpensioen van de toekomst 558
Pensioenzekerheid 563
Theo Nijman
1. Inleiding 563
2. De afruil tussen kosten, ambitie en risico in het ouderdomspensioen 564
3. Maatwerk in pensioenzekerheid in het ouderdomspensioen 566
4. Zekerheid en levenslang pensioen 567
5. Nabestaandenpensioen 569
6. Conclusies 574
Wat te doen met de verzekerde regeling in de Wet toekomst pensioenen? Drieluik over verzekerde regelingen 579
Mark Heemskerk & Corey Dekkers
1. Wat te doen met de verzekerde regeling in de Wet toekomst pensioen? 579
2. Blijven stijgende premiestaffels mogelijk via vlakke staffelmet pensioencompensatie? 580
3. Handhaving van progressieve premiestaffels tot 2037 nader toegelicht 580
1. Wat te doen met de verzekerde regeling in de Wet toekomst pensioen? 581
1. Inleiding 581
2. De transitie naar de premieovereenkomst 581
3. De reden voor het overgangsrecht bij verzekerde regelingen 582
4. Handhaven van progressieve premies 583
5. Voorwaarden toepassing overgangsrecht 584
6. Keuzes voor werkgevers met een verzekerde regeling 584
7. Kiezen voor de verbeterde premieregeling: transitieplan 584
8. Invoering vlakke premie vóór de Wet toekomst pensioenen: geen transitieplan? 585
9. Overgangsrecht progressieve premies: beperkt tot verzekerde regelingen? 586
10. Overgangsrecht premieovereenkomsten met progressieve premie voor alle pensioenuitvoerders? 586
11. Belemmeringen om uitkeringsovereenkomsten met progressieve premie voort te zetten 587
12. Pensioenkosten vlakke en progressieve premies vergelijken 589
13. Overgangsrecht leidt tot ongelijke behandeling en arbeidsmarkteffecten 590
14. Conclusies en aanbevelingen 590
15. Aanbevelingen: verduidelijk reikwijdte overgangsrecht en overstap uitkeringsovereenkomst 591
2. Blijven stijgende premiestaffels mogelijk via vlakke staffel met pensioencompensatie? 593
1. Inleiding 593
2. De verzekerde regeling voortzetten: staffel of vlakke premie? 594
3. Wijziging naar vlakke premie leidt tot compensatieproblemen 595
3.1 Wijziging naar vlakke premie: niet zonder compensatie? 595
3.2 Hoe compenseert een werkgever de overstap naar een vlakke premie? 596
3.2.1 Compensatie voor bestaande én nieuwe werknemers 597
3.3 Pensioencompensatie tot uiterlijk 2037 leidt tot ongewenste voorfinanciering 597
3.4 Compensatie in pensioen per leeftijdscohort en gespreid in tijd 598
4. Overgangsrecht leidt tot ongelijke behandeling 599
4.1 Overgangsrecht leidt tot 2 pensioenregelingen en ongelijke behandeling van groepen 599
5. Vlakke premie met pensioencompensatie als oplossing 600
5.1 Overgangsrecht én vlakke premie hebben nadelen 600
5.2 Het alternatief: nabootsing van de bestaande leeftijdsafhankelijke premieregeling 600
5.2.1 Toepassing pensioencompensatie methode Dekkers/Heemskerk 601
5.2.2 Compensatie volgens het conceptwetsvoorstel 601
5.2.3 Compensatie volgens plan Dekkers/Heemskerk 603
5.2.4 Voordelen methode Dekkers/Heemskerk: geen voorfinanciering, geen ongelijke behandeling 604
5.2.5 Pensioenregeling vanaf 2037 en compensatie 604
6. Looncompensatie bestaande werknemers: aantrekkelijk voor de werkgever? 605
6.1 Beperking looncompensatie voor bestaande werknemers? 605
6.2 Adequaat pensioen: effecten op nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidspensioen 605
7. Conclusie 606
3. Handhaving van progressieve premiestaffels tot 2037 nader toegelicht 607
1. WTP eist verandering van verzekerde regelingen 607
1.1 Optie 1 handhaving van de premiestaffels voor bestaande werknemers 607
1.2 Optie 2 de vlakke premie 608
1.3 Optie 3 Dekkers/Heemskerk: nabootsing staffel via vlakke premie met pensioencompensatie 609
1.4 Lezersreacties 610
2. De vlakke premie is te laag voor een adequaat pensioen 610
3. Hebben nieuwe werknemers recht op compensatie en maakt dat de pensioenregeling duurder? 611
4. Past de werknemersbijdrage in de nagebootste staffel? 613
4.1 Eigen bijdrage kan gehandhaafd blijven 614
5. Is het mogelijk om het voorstel Dekkers/Heemskerk nu in te voeren? 615
6. Tot slot 616
Toekomst arbeidsmarkt en pensioen 617
Klaas Bangma, Lambrecht van Eekelen, Casper van Ewijk, Kees Kamminga, Ian Koetsier, Niels Kortleve, Timo Lambregts, Emmie Lewin, René Sterk, Esther Valentijn-Breedveld, Ton Wilthagen & Alice Zulkarnain
1. Inleiding 631
1.1 Deze studie 632
1.2 Trends 633
1.3 Obstakels en risicogroepen 633
1.4 Pensioen: fi nancieel en menselijk kapitaal 634
1.5 Wat is een adequaat pensioen? 635
1.6 Oplossingsrichtingen 637
1.7 Reikwijdte van de studie 637
2. Veranderende arbeidsmarkt 638
2.1 Demografie 638
2.1.1 Gemiddeld langer gezond, maar verschilt per individu 640
2.1.2 Meer mensen met migratieachtergrond 641
2.1.3 Gevolgen voor de arbeidsmarkt 641
2.2 Technologie 643
2.2.1 Verschuiving van taken binnen functies en de taakstructuur 644
2.2.2 Automatiseerbaarheid van taken 644
2.2.3 Winnaars en verliezers van technologische vooruitgang 646
2.2.4 Nieuwe organisatie van werk 647
2.2.5 Duurzame inzetbaarheid 647
2.3 Maatschappij en cultuur 648
2.3.1 Zelfredzaamheid en fl exibilisering van arbeid 648
2.3.2 Vertrouwen in instituties 651
2.3.3 Kloof in opleidingsniveau 653
3. Obstakels in het bereiken van een adequaat pensioen 653
3.1 Obstakels bij menselijk kapitaal 653
3.1.1 Verschillen in ontwikkelen 654
3.1.2 Financiering van ontwikkelen 655
3.1.3 Toegang in brede zin 656
3.1.4 Gezond werk 657
3.1.5 Fricties op de arbeidsmarkt 658
3.2 Obstakels in pensioenopbouw 659
3.2.1 Werkenden die buiten bestaande pensioenregelingen vallen 660
3.2.2 Wel een regeling maar inadequate opbouw 663
3.2.3 Wel een regeling maar geen passende verdeling van premie en pensioen over de levensloop 664
3.2.4 Verkeerde fi nanciële planning 664
4. Wie lopen risico om deze obstakels te ervaren tijdens hun levensloop? 666
4.1 Lageropgeleiden in de fl exibele schil 666
4.2 Vrouwen met kinderen die niet of weinig uren werken 667
4.3 Mensen met een migratieachtergrond 669
4.4 Werkenden die herhaalbare taken uitvoeren 671
4.5 Werkenden met zware beroepen 673
5. Oplossingsrichtingen menselijk kapitaal 675
5.1 Financiering van ontwikkelen van menselijk kapitaal 677
5.2 Helpen ontwikkelen 682
5.3 Gezonder werken voor duurzame inzetbaarheid 684
6. Oplossingsrichtingen pensioen 688
6.1 Verbreden van pensioenopbouw naar alle werkenden 690
6.1.1 Stimuleren van individuele besparingen 692
6.1.2 Gedifferentieerde aanpak om dekking van tweede pijler te versterken 692
6.1.3 Algemene pensioenplicht tot minimaal MAP-norm 693
6.1.4 Een aparte verplichte pensioenregeling voor alle werkenden 694
6.2 Maatschappelijk aanvaardbaar minimum voor het aanvullend pensioen (MAP) 695
6.3 Dynamisch pensioen 696
6.3.1 Niet-financieel Defined Contribution (NDC) pensioen nader toegelicht 697
Verantwoordelijkheidsverdeling rond planning pensioenvoorziening 715
Fieke van der Lecq, René Maatman, Mark Irwin, Raoul Salden, Jop Versteegt & Roel Wilms
1. Inleiding 715
1.1 Terminologie 715
1.2 Vraagstelling 717
1.3 Aanpak 718
2. Vier wereldbeelden 719
2.1 Technologische trends en ontwikkelingen 720
2.2 Scenario’s 2036 722
2.3 Beschrijving van de vier toekomstscenario’s 724
2.3.1 Inleiding 724
2.3.2 Scenario 1: de overheid biedt individuele opties aan 725
2.3.3 Scenario 2: private taakhouders bieden individuele opties aan 726
2.3.4 Scenario 3: private taakhouders bieden collectieve opties aan 728
2.3.5 Scenario 4: de overheid biedt collectieve opties aan 729
2.3.6 Overkoepelend – resumerend 731
3. Taakverdeling 733
3.1 Taken en verantwoordelijkheden 733
3.2 Welke taakhouders? 735
3.3 Uitwerking in de vier scenario’s 738
3.4 Economische drijfveren en ethische risico’s 741
4. Borging verantwoordelijkheidsverdeling 745
4.1 Inleiding 746
4.2 Scenario 1: de overheid biedt individuele opties aan 747
4.3 Scenario 2: private taakhouders bieden individuele opties aan 749
4.4 Scenario 3: private taakhouders bieden collectieve opties aan 750
4.5 Scenario 4: de overheid biedt collectieve opties aan 752
4.6 Overkoepelend – resumerend 753
5. Conclusies en aanbevelingen 754
Uitleiding Pensioen 2025 759
René Maatman, Mark Heemskerk, Marike Knoef & Theo Nijman
Over de auteurs 773
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan