Terugkeer naar de stad
Zo werkt het dus niet. Je ziet het in Amsterdam. De talentvolle werknemers nemen al een paar jaar bezit van de huizen in de negentiende eeuwse wijken. Wie nu een huis wil kopen in De Pijp of in de Staatsliedenbuurt, een voormalige krakerswijk, moet een kapitaal neertellen voor een paar schamele vierkante meters. En men doet het. Het proces van gentrification dat eerst de Jordaan van een volksbuurt in een hippe wijk omtoverde is nu aan de hand binnen de gehele ring A10.
Deze ontwikkeling is wereldwijd aan de gang. Ging de middenklasse eerst naar de suburbs, bij ons naar Almere, Purmerend en Hoofddorp, nu trekken zij weer naar de pittoreske wijken. En wie denkt dat het alleen om singles in hun twintig gaat heeft het mis. In deze buurten is ook nog eens sprake van een kleine babyboom. Op Manhattan zijn in jaren niet zoveel kinderen geboren als in de afgelopen periode. De professionele dertigers die aan gezinsvorming doen willen hun kinderen weer een steedse opvoeding geven. Op de Koninginneweg in het kekke Amsterdam-zuid zie je veel moeders hun kinderen in de bakfiets naar school brengen. Wel naar het Montessori-school omdat die nog ‘wit’ is.
Daarnaast trekken veel babyboomers die met pensioen gaan en goed geboerd hebben naar de dure appartementen van de binnenstad. Zij zoeken hetzelfde vertier als de jeugd maar willen wel weer dat de stad om elf uur stil is als de ouderdom op stok moet. Het centrum van Amsterdam vergrijst inmiddels behoorlijk door deze terugkeer. Dat dit geregeld tot spanningen tussen de generaties leidt behoeft geen nadere uitleg.
Zelfversterkende effect
De hernieuwde populariteit van de stad heeft alles te maken met het haast autonome proces van mondiale creatieve en innovatieve clustering. Professionals, ondernemers, kunstenaars, homo’s en venturecapitalists gaan met zijn allen op een kluitje zitten. Want alleen wanneer je elkaar snel face to face kunt ontmoeten werkt de smeltkroes van talent, creativiteit en geld. De prikkels van cultuur en avontuur, van toevallige en geplande ontmoetingen zijn nodig om innovatieve ideeën in producten en diensten om te zetten, aldus Florida. En als een stad eenmaal een kritieke massa van ondernemende en artistieke mensen binnen haar grenzen heeft ontstaat er een zichzelf versterkend effect: aantrekkelijke mensen trekken aantrekkelijke mensen aan waardoor,etc. Daarom gaan de bedrijven niet naar Almere en wel naar Amsterdam.
Megaregio’s
Wat we in steden zien gebeuren, ja zelfs in wijken, kun je ook op mega-schaal waarnemen. Sommige gebieden kennen een grotere clustering van bedrijvigheid, welvaart en innovatie dan andere. Van oudsher zijn de economische parameters afgestemd op nationale staten. We hebben het over het bruto nationaal product van Nederland in vergelijking met dat van Engeland of Duitsland. Deze ordening die uit de 18e en 19e eeuw stamt is niet meer adequaat om de verdeling van welvaart en toekomstverwachtingen te beschrijven. Voorspoed én tegenspoed gaan over grenzen heen en binnen één natie kunnen grote verschillen zijn.
Op slimme wijze zijn deze regio’s nu in kaart gebracht. Zo is er gekeken met satellietfoto’s waar de meest verlichte plekken op aarde zijn. Van deze light spots is nagegaan hoe rijk of arm deze zijn, hoeveel mensen er wonen, hoeveel topwetenschappers er wonen, hoeveel patenten er per jaar geregistreerd worden en hoe open en tolerant men in deze gebieden ten aan zien homoseksuelen is. Telkens bleek tussen deze variabelen een verband. De twintig meest verlichte gebieden op aarde zijn de rijkste, het meest innovatief en het meest vrijzinnig, creatief en open. Zij delen ook eenzelfde kosmopolitische cultuur. Wie in Shang-hai is voelt zich net zo thuis als in New York of in Londen. Een Amsterdammer uit de negentiende eeuwse gordel heeft vermoedelijk meer met een bewoner van Capitol Hill in Seattle gemeen dan met een Katwijker op de vismarkt.
En ik? Waar woon ik? Telt Amsterdam nog mee? Ja, wij maken deel uit van de mega-regio Amsterdam-Antwerpen-Brussel, laten we met obscure retoriek zeggen, van Groot-Nederland. We staan op de vierde plaats van de mondiale ranglijst en laten zelfs de metropool London achter ons. Dat moet de Rijnlanders deugd doen.
Arm en rijk
Florida besteedt in zijn nieuwste boek ook aandacht aan de verdeling van rijkdom en armoede. Hij doet dit in een kritiek op die andere tycoon Friedman die in zijn boek over de platte wereld de potentiele zegeningen van de globalisering telt. Doordat er amper nog fysieke en communicatieve grenzen meer bestaan is de wereld plat geworden en moet iedereen meedoen aan het mondiale, neoliberale spel van loven en bieden. Verliezen is geen lot meer maar een domme keuze. Tegen dit optimisme neemt Florida duidelijk stelling. Volgens hem blijkt uit empirische data niets van al die mooie dingen. Er vindt juist een selectie plaats tussen mensen die wel en niet in staat zijn om in de creatieve en innovatieve regio’s te komen. China en India werden als wonderbaarlijke groeiende economieën neergezet. Dat het grootste deel van de bevolking daar buiten valt en dat de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter is geworden, wordt er vaak maar amper bij verteld. Ook niet dat als je voor een dubbeltje geboren bent je amper mogelijkheden hebt een kwartje te worden ook al ben je slim, creatief en een goede netwerker.
Detroit
Deze kloof tussen rijke megaregio’s en het arme achterland zien we ook binnen megaregio’s terug en binnen steden. Een goed voorbeeld is de stad Detroit, dat deel uitmaakt van de megaregio die van Chicago naar Pittsburg en Minneapolis loopt en op de derde plaats staat. Deze stad die vooral boomde tijdens de eerste industriële fase, die van de automobielindustrie is al sinds de jaren zestig een stad in verval. Hetzelfde proces van mondialisering heeft deze stad ontvolkt. Heel wat straten kennen ‘vacant lots’, verwaarloosde kavels waar vroeger huizen stonden. Nog steeds zoekt men daar naar de sleutel van hernieuwd succes. Hier en daar kopen stadsboeren wat kavels op en starten er hun kleinschalige landbouwbedrijven. In Detroit zie je een industrie-landbouw conversie. Misschien is dit wel het out-of-the-box denken dat de verliezers en slachtoffers van de mondialisering nodig hebben. Niet de zoveelste ICT-startup maar gewoon aardappelpoters.
Ook Amsterdam kent zijn onzichtbare scheidslijnen tussen arme en mondaine, mondiale wijken. Wie met de fiets van Osdorp naar de Dam rijdt, voelt ze. Soms hoef je maar één brug over, één stoplicht voorbij om te weten dat je in een andere wereld komt. Je snuift, kijkt om je heen en je denkt: ik verlaat nu victim-city en betreed de arena van de winnaars. Je weet dan ook: uitkijken dat ik niet van de sokken gereden wordt door een moeder met een bakfiets met twee blonde koppies, die een complexe wereld instaren.
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.