Uw boodschap is ondanks uw luchtige aanpak in het boek niet heel vrolijk.
Ik probeer op een toegankelijke manier inzichtelijk te maken hoe onze economie en ons geldsysteem werkt – en niet werkt. Ik gebruik Dagobert Duck, Kwik, Kwek en Kwak om de rekenvoorbeelden wat duidelijker en leuker te maken. Wat de boodschap betreft: de belangrijkste conclusie is dat het economisch systeem en het financiële systeem steeds verder van elkaar af zijn komen te staan. Financiële producten staan los van reële transacties, ze ontwikkelen zich onafhankelijk van wat de werkelijke economie voortbrengt. In 2007 waren in de Verenigde Staten veertig procent van alle financiële transacties van dit type. Los van de risico’s zorgt deze ontwikkeling er ook voor dat de stroom reëel geld die aan de economie wordt onttrokken, en waar investeringen mee hadden kunnen worden gedaan, steeds groter wordt.
Financiële producten worden ontwikkeld door banken. Zij zijn dus verantwoordelijk voor deze beweging?
Feitelijk wel. Veel financiële producten zijn op zich nuttige instrumenten, en komen voort uit een daadwerkelijke behoefte: de eerste derivaten werden uitgegeven om bijvoorbeeld aardappelboeren in de tijd tot de oogst niet failliet te laten gaan. Maar er is inmiddels erg veel veranderd, en het gaat allang niet meer om het belang van die aardappelboer, maar om geld verdienen met behulp van geld. Banken spelen daarin als geldscheppende instellingen een voorname rol.
Wat vindt u van de huidige maatregelen die worden genomen om de crisis onder controle te krijgen?
Onvoldoende, en bovendien weinig realistisch. Ben Bernanke, de voorzitter van het stelsel van Amerikaanse centrale banken, pleit voor een verhoging van de financiële buffers die banken moeten aanhouden. Hij stelt terecht dat gebrek aan liquiditeit en kapitaal een grote factor was in de crisis. Maar zijn oplossing is niet uitvoerbaar. Voor een grote bank als bijvoorbeeld HSBC staat een verhoging van de reserve met één procent gelijk aan 26 miljard dollar. Dat geld is er niet. En het is maar zeer de vraag of de maatregel überhaupt effectief zou zijn.
Wat u betreft gaan de maatregelen veel verder.
Zeker. Een idee als dat van Bernanke borduurt voort op het bestaande systeem. Maar het is wat mij betreft wel bewezen dat het geldsysteem zoals we dat kennen aan hervorming toe is. Het huidige geldsysteem kent drie weeffouten, zoals ik ze noem. Er wordt geld verdiend met geld, denk alleen al aan rente, banken scheppen zelf geld, en banken opereren op basis van fractionele reserve. In de regel is het eigen vermogen van de aandeelhouders van een bank niet meer dan acht procent. Dat maakt ze kwetsbaar. We moeten naar een systeem zonder die weeffouten. Dus niet langer verdienen aan geld, en een rol op de achtergrond voor de banken, als verdeelstations die zelf geen geld scheppen. Zo kun je geld beschikbaar maken voor investeringen die maatschappelijk relevant zijn, in plaats van het hoogste rendement opleveren.
Hoe realistisch is dit streven?
Het is realistisch in de zin dat het werkt. Het voorbeeld van Scott Bader is bekend: in 1951 schonk hij de aandelen van zijn bedrijf aan de collectiviteit van de werknemers. De winst werd daarna volgens een vaste formule verdeeld. Een groot deel werd in reserve gehouden, en een even groot deel ging naar de medewerkers en naar door de werknemers zelf te bepalen goede doelen. Deze formule werkt bij Scott Bader al zestig jaar succesvol. Maar ik zie natuurlijk ook in dat de wereld er morgen niet ineens anders uitziet. Zo’n fundamentele hervorming naar een nieuw systeem is alleen mogelijk als het voldoende breed wordt gedragen. In de financiële wereld is alles zo verknoopt dat het stokt als enkelen dwarsliggen. En zolang de macht ligt bij de mensen die baat hebben bij het oude systeem zal er op mondiaal niveau niet snel iets veranderen. Op kleinere schaal zie je echter al wel dingen gebeuren.
Zoals?
Zwitserland kent bijvoorbeeld de WIR, een munteenheid naast de franc. De WIR bestaat overigens al 75 jaar, maar heeft in de crisis weer zijn nut bewezen. Vooral het MKB had veel minder last van de recessie, omdat ze konden terugvallen op hun eigen, gesloten circuit. Het sterkt de opvatting dat zuiver financiële transacties moeten worden losgekoppeld van betalingen in de reële economie, door middel van gescheiden stromen. Herman Wijffels is hier een voorstander van, en hij staat niet alleen.
U geeft uw boek de titel Een menselijke economie. Wat verstaat u daar eigenlijk onder?
In het boek omschrijf ik het als een economie waarin ruimte wordt gegeven aan de mens om zichzelf vrij te maken van alle conditioneringen in denken en handelen. Mensen zijn op economisch gebied behoorlijk geconditioneerd; we vinden dat we móeten sparen voor ons pensioen, het aangaan van een schuld is iets slechts. Natuurlijk zit daar iets in, maar die conditionering belemmert ook de noodzakelijke veranderingen die nodig zijn.
U heeft het over ruimte geven. Wie of wat moet dat doen?
Dat is een goede vraag. Wat ik ermee bedoel is dat de mensen het zich niet meer kunnen veroorloven om géén activist te zijn, zoals Naomi Klein al zei. Burgers moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Geld is niet meer dan een afspraak. Als er maar voldoende mensen zijn die vinden dat die afspraken moeten worden herzien, dan is alles mogelijk.