Door nieuwsgierigheid en verwondering kan ruimte ontstaan voor anders kijken, anders denken en anders doen, schrijft u. Kunt u dat toelichten?
Jouw vak, de journalistiek, is ook gebaseerd op nieuwsgierigheid en verwondering. In dit interview wil je dingen te weten komen en meer kennis opdoen. Binnen veel organisaties domineert helaas een andere mindset; er doet zich iets voor, we vinden een oplossing en gaan door naar de volgende kwestie. Deze aanpak geeft ons voldoening; we vinden het fijn om een probleem op te lossen en de situatie onder controle te hebben. Ons dagelijks leven, zowel op het werk als privé, staat in het teken van het beheren en beheersen van problemen. We zijn de hele dag bezig met het blussen van brandjes en bedenken standaardoplossingen. Om vervolgens na een drukke dag uit te komen op een nullijn van middelmatigheid. In mijn boek noem ik dit werken van -1 naar 0. Als we werken van -1 naar 0, blijft veel verborgen potentieel onbenut, omdat het niet wordt aangesproken. Ik stel daarom voor om naast deze dominante manier van werken een andere manier te onderzoeken. Waarbij je niet vanuit een probleem handelt, maar vanuit de wens en het verlangen om te ontdekken wat er nog meer mogelijk is. Met deze mindset bekijk je welke onbenutte potenties aangeboord en ingezet kunnen worden.
We zijn dus te veel bezig met het managen van alledaagse problemen. Het is beter om te kijken naar ons potentieel. U noemt dit werken van 0 naar 1.
Bij het werken van 0 naar 1 – of zo je wilt naar 4 of 60 of 311 – kijk je op een andere manier naar het werk. Je kijkt niet naar problemen, maar naar mogelijkheden. Ogenschijnlijk een klein verschil, toch leidt het tot een hele andere beleving van je werk. Ik zal deze manier van kijken en zien wat meer duiden. Je actuele emoties bepalen hoe je naar de wereld kijkt. Was je vanochtend bij het opstaan erg chagrijnig of juist heel vrolijk? Dat maakt een groot verschil in hoe je een werkdag begint. Het beïnvloedt in sterke mate hoe nieuwsgierig je bent en hoe open je staat voor iets anders. Een tweede aspect is jouw focus. Zie je veel beren op de weg, kom je ze ook zeker tegen. Ben je gericht op mogelijkheden, dan ga je die zien en benut je ze ook. Als mens zijn we in staat daar in te wisselen, in onze zienswijze. Je kunt besluiten om de wereld vandaag door een zwarte bril te bekijken. Een alternatieve keuze is dat je ‘s ochtends een andere bril opzet, nieuwsgierig bent naar wat je gaat zien en je daar over verwondert. Op dat moment is er sprake van sociale innovatie; je kijkt anders, denkt anders en handelt anders. In je hoofd ontstaat zo ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en groei.
U pleit voor meer exploratieve nieuwsgierigheid in organisaties. Gaan medewerkers dan niet doelloos op ontdekkingstocht?
Exploratieve nieuwsgierigheid past heel goed bij het werken van 0 naar 1. Het gaat over verkennen, over ergens instappen zonder dat je vooraf weet waar je terecht komt. In een bos sla ik altijd liever die kleine, kronkelende paadjes in en vermijd ik de hoofdweg. Wil je op een open, vernieuwende manier naar de wereld kijken, zul je af en toe die paadjes moeten ingaan. De grote weg wordt toch wel belopen. Dit is ook een goede route als je bijvoorbeeld in een half uurtje zo veel mogelijk kilometers wilt afleggen. Maar ben je benieuwd naar wat er nog meer zou kunnen zijn, dan vraagt dat om afdwalen. Is natuurlijk spannend, ook op het werk, omdat je niet weet wat je kunt verwachten. Denk nog eens aan het werken van -1 naar 0 en stel je nou eens voor dat je je omdraait op de nullijn en afstand neemt van de gebruikelijke oplossingen. Door anders te denken, ondervind je wellicht ook weerstand. Collega’s vinden jouw andere denkwijze misschien toch iets té anders. Dat is even spannend en wennen voor jou en je omgeving. Maar weet je daar mee om te gaan, dan leidt jouw exploratieve nieuwsgierigheid – zo weet ik vanuit eigen ervaring – zeker tot interessante ontdekkingen. Het maakt veel verborgen potentieel zichtbaar en je ziet plotseling hoeveel er mogelijk is.
Bij anders denken gaat het om twee denkvaardigheden: kritisch denken en creatief denken. Deze vaardigheden hangen met elkaar samen en helpen ons bij het creëren van originele en creatieve ideeën.
Creativiteitstheoreticus Tim Hurson geeft in mijn boek een treffende vergelijking voor de samenhang tussen beide denkvaardigheden. Stel je een kajak voor met twee peddels. De ene peddel staat voor creatief denken en de andere voor kritisch denken. Om te kunnen voortbewegen, dien je afwisselend de ene of de andere peddel te gebruiken. Anders blijf je in cirkels draaien. In een bochtige rivier heb je soms de linker peddel nodig en dan weer de rechter; op een recht stuk gebruik je ze allebei en kun je vaart maken. Kritisch denken gaat in mijn boek om het begrenzen van de ruimte. Leidinggevenden zeggen me wel eens verbaasd te zijn: ze geven hun medewerkers alle ruimte en toch gebeurt er niets. Maar de mensen komen juist niet in beweging omdat alle ruimte er is en het overzicht ontbreekt. Dankzij een begrenzing ontstaat er duidelijkheid over het speelveld; is voor iedereen helder waar je samen naar toe gaat. Behalve dat je zaken begrenst, stel je bij kritisch denken ook vragen over het waarom van een verandering of vernieuwing – zonder een oordeel of advies te geven. Creatief denken is voor mij het aan elkaar koppelen van losse onderwerpen om zo tot een ander concept te komen. Door het leggen van verbindingen overstijg je de bestaande hokjes en creëer je nieuwe denkkaders. Bij creatief denken verken je dus de grenzen van het speelveld en ga je daarmee spelen en stoeien.
U stelt dat veel mensen in het werk aan de donkere kant van hun comfortzone opereren. Hoe ziet deze donkere kant er uit en waar wordt het lichter?
Ik heb een theorie opgesteld over de comfortzone en de zones daar omheen. Het model kent drie gebieden, met in het midden de comfortzone. Daarnaast ligt de ruimte voor verandering, ontwikkeling en vernieuwing en in de buitenste ring ligt het gebied van té. Mijn theorie is dat alle gebieden zowel een donkere kant als een lichte kant hebben. Aan de donkere kant van je comfortzone doe je de dingen die je nu eenmaal moet doen. Omdat je er goed in bent, je opleiding perfect aansluit en het wellicht van je wordt verwacht. Maar het werk vervult je niet, geeft je geen voldoening. Aan de lichte kant heb je wel plezier in je werk omdat het klopt met wie je echt bent en waar je voor staat. Je houdt van je vak en elke werkdag vliegt voorbij. Bij het werken van 0 naar 1 is de lichte kant daarom voor jou het vertrekpunt. Je zit professioneel en privé goed in je vel, bent nieuwsgierig naar wat er nog meer mogelijk is en stapt vol vertrouwen uit je comfortzone.
Waarom krijgen mensen die in hun organisatie andere ideeën aandragen vaak te maken met tegenkrachten?
Als je iets wil veranderen of vernieuwen in een organisatie peuter je aan werkpatronen die al jaren bestaan. Je bevraagt de bestaande situatie, de status quo en die geeft mensen juist duidelijkheid, veiligheid en zekerheid. Ze voelen zich daarin comfortabel en nu kom jij met een veranderingsvoorstel. Je werkt misschien al anders en straks dienen zij óók anders te gaan werken. Dat raakt hen vaak persoonlijk. Wat begrijpelijk is - het zit in de mens om te houden wat we hebben. In mijn boek benoem ik deze ‘status quo bias’ en het concept van ‘verliesaversie’: de pijn van iets verliezen is psychologisch sterker dan het plezier van iets krijgen. We proberen daarom de kans op verlies te minimaliseren en zijn minder geneigd iets nieuws te proberen. Mijn advies is om deze weerstand te erkennen, te onderzoeken en samen te bespreken. Een positief punt is dat er bij tegenkracht altijd iets gebeurt en er beweging ontstaat. Dus lekker blijven morrelen, reageer vervolgens met aandacht en respect op wat zich aandient en gebruik de tegenkrachten om naar de toekomst te bewegen!
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl