Eerder had Bos de bankiers al afgeserveerd toen zij in een gesprek met Tweede Kamerleden op 26 november 2008 deden alsof ze geen daders maar slachtoffers van de kredietcrisis waren. Bos: ‘De banken moeten hun maatschappelijke functie zien. Ze zullen zich wat nederiger moeten opstellen en opener moeten opereren’. Volgens communicatieadviseur Charles Huijskens waren Nederlandse topmannen niet gewend om hun excuses aan te bieden. Dat was niet zozeer uit angst voor schadeclaims, maar ‘het past gewoon niet in onze cultuur om het boetekleed aan te trekken’. In het Nederlandse poldermodel was nooit iemand schuldig, we hadden het altijd met z’n allen gedaan. Hij was benieuwd hoe het Gerrit Zalm zou vergaan bij ABN Amro: ‘De arrogantie bij die bank is ongekend, echt ongekend’ (De Volkskrant 28.11.08).
Dat laatste werd niet alleen bewezen doordat chef-brokkenmaker Rijkman Groenink doodleuk liet weten wel te willen terugkeren bij dé bank, omdat niemand in Nederland zoveel verstand had van bankzaken in het algemeen en van ABN Amro in het bijzonder. Ook zijn gedoodverfde opvolger Jan Peter Schmittmann weigerde in te stemmen met de 2,4 miljoen euro die de bank hem als vertrekpremie wilde meegeven. Hij eiste alsnog 8 miljoen, en kreeg die ook van de kantonrechter mee. Ook Schmittmann las onlangs De prooi en kon de auteur naar eigen zeggen niet betrappen op enige onwaarheid.
In de mooie uitdrukking van De Volkskrant (3.1.09) leidde die buitensporige oprotpremie voor Schmittmann tot een ‘laatste eruptie van bankhaat’. Inderdaad lijkt het tijdperk van de megasalarissen voorlopig ten einde. Ook bij ABN Amro zullen de vertrekpremies onder de regie van Gerrit Zalm waarschijnlijk worden geschrapt. Zo gaat Schmittmann hopelijk de geschiedenis in als de laatste grote bankrover uit het tijdperk van de ‘exhibitionistische zelfverrijking’.
Maar ook in dit laatste geval lijkt het niet zozeer te gaan om geld als wel om de goede naam en faam en om compensatie voor een plotseling tot stilstand gekomen ambitieuze carrière. Niet dat dat uiteindelijk veel verschil maakt. Schmittmann heeft zijn eigen glazen vakkundig ingegooid door zijn hoge eigendunk te vertalen in harde munt. Hij komt met deze reputatieschade op 52-jarige leeftijd nergens meer aan de bak, en zal die 8 miljoen voor de rest van zijn leven dus hard nodig hebben.
De tragiek van de kredietcrisis is niet dat mensen (mannen? mannelijke bankiers?) door hebzucht worden voortgedreven, maar dat hun onuitroeibare zucht naar erkenning en waardering binnen het kapitalistische systeem exclusief in geld wordt uitgedrukt. De hebzucht is eigenlijk ‘mimetische hebzucht’, omdat niemand wil onderdoen voor de ander in de enige competitie die er werkelijk toe doet. Arrogantie (een torenhoog gevoel van eigenwaarde, collectief opgezweept) wordt automatisch omgezet in torenhoge salarissen en bonussen.
Toch kom je ze nog hier en daar tegen: de dappere verdedigers van de hebzucht als drijfveer van ons economisch bestel. Van een doorgewinterde bankier als Hans de Gier, topman van de Zwitserse bank Julius Bär, kan je niet anders verwachten. Hebzucht hoort volgens hem bij het kapitalisme, en daar moet je niet emotioneel over doen: ‘Zakenbankiers zijn geldwolven, net als iedereen’ (NRC Handelsblad 24.12.08). Minder voor de hand liggend is dat CPB-directeur en PvdA’er Coen Teulings hem bijvalt: ‘Hebzucht is een kenmerk van financiële markten. Ik begrijp heel goed dat dat een onaangename eigenschap is, maar denk niet dat je zonder die markt kunt. Hebzucht zal ook echt niet verdwijnen.’ Is ‘greed’ dan ‘good’?: ‘Nee, nee, zo is het niet, ik constateer gewoon een nuchter feit: hebzucht zit diep in mensen’ (De Volkskrant 13.12.08).
Maar zo’n zogenaamd neutrale constatering is verre van onschuldig: zij is eerder een cynische capitulatie of een machteloze vorm van goedpraterij. ‘Homo homini lupus non est.’ Niet iedere mens (man, bankier) is per definitie een (geld)wolf. We hoeven ons bij Teulings’ kille constatering niet neer te leggen. Het is een oud inzicht dat een betere maatschappij hogere morele eisen zal stellen aan mensen dan het heersende systeem. Dat hoeven niet per se christelijke of socialistische waarden van altruïsme en solidariteit te zijn, maar waarden als zelfbeheersing, matiging, bescheidenheid en zelfrespect. Als de ‘bankhaat’ ertoe leidt dat dit inzicht wat meer doorbreekt, is dat linkse onderbuikgevoel zo slecht nog niet.
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.