Klimaat. Energie. Armoede. Stikstof. De woningmarkt. De landbouw. Het asielvraagstuk. Stuk voor stuk begrippen waar we het woord crisis achter kunnen plakken. En er zijn er nog veel meer. We moeten het hoofd bieden aan een aanzwellende stroom van crises, overgoten met een kleverige saus van complottheorieën, fake news en polarisatie.
Is dit beeld te dramatisch? Zeker niet, volgens Jitske Kramer, het zijn wel degelijk ‘Tricky Tijden’. Tijden waarin we ons vertrouwde wereldbeeld moeten loslaten en we noodgedwongen grenzen gaan verleggen. Maar hoe? En wanneer? We zitten midden in een transformatieperiode; volgens Kramer in een ‘tussenfase’ waarin we spelregels opnieuw zullen definiëren. ‘De antropologie leert ons dat grote veranderingen altijd zo’n overgangstijd kennen, een ‘liminale’ tussenruimte, waarin aan onze fundamenten wordt getrokken en we worden gedwongen om zekerheden en controle tijdelijk los te laten. Zo’n liminale fase zorgt voor de nodige onzekerheid en verwarring. Maar dat hoort nou eenmaal bij de dynamiek van grote veranderingen.’ Ze had daar zelf de afgelopen jaren ook steeds meer last van. Terugkijkend: ‘Ik raakte in verwarring. We waren net uit de coronaperiode, toen ik me steeds vaker ging afvragen wat ik nou wel en niet kon geloven. Want ook ik bleek temidden van al die crises, vatbaar voor bullshitverhalen, halve waarheden en marketingtrucs. Dat irriteerde me. Het is gekmakend als je niet meer weet wie of wat je kunt geloven. Dat besloot ik te gaan onderzoeken, wat resulteerde in dit boek.’
Neem alleen wat je écht nodig hebt
Voor Tricky Tijden deed Kramer eerst uitgebreid literatuuronderzoek en vervolgens uiteenlopend veldwerk. Ze sprak met mensen in binnen- en buitenland, zocht antwoorden in andere culturen en in de natuur. Onderging eeuwenoude voodooceremonies in West-Afrika en ging op een inspirerende verdwaaltocht in de Engelse heuvels om letterlijk te leren hoe je de weg terugvindt als je verdwaald bent. Verdiepte zich ook in economie (‘nooit mijn favoriete vak, op school liet ik economie vallen zodra dat kon’), om beter te begrijpen hoe ons huidige economische model werkt. ‘En dan zie je al snel hoe enorm veel invloed dit model heeft op alle aspecten van ons leven, en hoe problematisch dat uitpakt. Zeker, de welvaart groeit, maar daarmee ook de ongelijkheid tussen mensen en de roofbouw op onze planeet’, zegt Kramer. Ze hekelt de westerse focus op welvaart, ten koste van welzijn, en zet grote vraagtekens bij het eenzijdige streven naar vermeerdering van aandeelhouderswaarde. ‘Grondstoffen raken op, steeds meer werknemers zitten thuis met een burn-out, de zorg- en woningmarkt lopen helemaal vast maar de jaarcijfers blijven heilig. Onze fixatie op economische groei is angstwekkend.’ Ziet ze een alternatief economisch model? Kramer, van huis uit cultureel antropoloog, heeft geen oplossing, maar noemt indigenomics als een interessant ander uitgangspunt, een economie gebaseerd op de eeuwenoude wijsheid van inheemse culturen: ‘Daar is die beroemde onzichtbare hand van Adam Smith niet kapitaal, maar de onderlinge verbondenheid van alle levende wezens, waaronder de mens. Wanneer een dier- of plantensoort uitsterft, heeft dat invloed op alles en iedereen. In dit model zit de rijkdom in de relaties tussen mens en natuur, niet in winstmaximalisatie. In indigenomics is het uitgangspunt dat je de relatie tussen mens en natuur in balans houdt door alleen te nemen wat je écht nodig hebt en daar ook iets voor terug te geven. Zo’n economie brengt ons op lange termijn meer dan de homo economicus die alleen maar zijn eigenbelang nastreeft.’
Praat met elkaar en kies
De westerse wereld zit vast in al die crises en zal dus heldere keuzes moeten maken, stelt Kramer. ‘We lopen tegen grenzen op. De liminale fase waar we ons in bevinden, is bij uitstek geschikt om die keuzes nu te maken. Dan start je met de vraag: wie ben ik? En wie wil ik zijn? Als persoon, als organisatie, zelfs als land. Neem Nederland. Kijkend naar het recente Hoofdlijnenakkoord zie ik een land van boeren opdoemen, waar men de btw op boeken verhoogt en het stikstofprobleem bagatelliseert. Maar we zijn vanouds een migratieland. Laat die kenniswerkers uit het buitenland ook nu vooral komen, laat hen meewerken aan oplossingen voor de wereldproblemen. Zet als land in op meer hightech en minder varkens. We moeten hier met elkaar het gesprek over aangaan. Maar dat gebeurt vooralsnog niet.’
Daarbij is volgens haar een aantrekkelijk narratief onmisbaar. ‘Narratieven zijn de grotere verhalen die context en betekenis geven. Binnen grote groepen is zo’n gemeenschappelijk narratief essentieel omdat mensen die elkaar niet kennen, zo toch een relatie hebben in hun betekenisgeving aan de wereld.’ Ze beschrijft het narratief als een script dat we volgen en dat onze normen, waarden en overtuigingen weerspiegelt. ‘Er is dus altijd ruimte voor goede verhalenvertellers. Neem de verhalentradities van de Agta, een jagers- en verzamelaarsgroep op de Filipijnen. Zij vertellen elkaar veel verhalen, over het nut van samenwerking en gelijkwaardigheid.’ Zoals: lang geleden maakten de Zon en de Maan ruzie over wie de hemel mocht verlichten. Ze concludeerden dat ze er even goed in waren en besloten de taak eerlijk te verdelen. De zon overdag, en de maan in de nacht. Kramer: ‘We weten uit onderzoek dat de beste verhalenvertellers veel aanzien hadden en zeer gewilde levenspartners waren.’
Trickster
Ook anno nu is het vertellen van verhalen nog steeds een belangrijke vaardigheid van leiders, en essentieel om goed te kunnen samenwerken, beschrijft Kramer. Kom je niet tot een gezamenlijk narratief, dan onstaan vaak grote conflicten, zoals ook Yuval Harari beschrijft in zijn boek Sapiens. Wie dan uitkomst kan bieden, is de zogenaamde ‘trickster’, een archetype waarmee Kramer doelt op een vanouds mythologische figuur die mensen bevrijdt van oude ideeën, en ruimte maakt om dingen anders te doen. ‘Tricksters zijn creatieve figuren die wel de boel kunnen opschudden maar niet constructief kunnen leiden. Denk aan rebelse types als Robin Hood, Pinokkio maar ook een karakter als kapitein Jack Sparrow uit de film Pirates of the Caribbean. Of Prometheus die het vuur van de goden stal, aan de mensen gaf en zo de mensheid vooruit hielp. Tricksters zijn dwarsdenkers die met de waarheid spelen, heel rustig kunnen liegen en ons met hun energie uit vastgeroeste patronen kunnen halen. In feite hebben we allemaal wel trekjes van de trickster.’
Laat je niet verleiden
Haar punt met deze tricksters? Ze zijn veel te dominant geworden. De tricksters-van-nu zijn de slimme marketingstrategen, de handige verkopers, maar ook de spindoctors en de perceptiemanagers, die allemaal gouden bergen beloven met hun vlotte babbels. ‘En de consument gelooft ze. De tricksters hebben de realiteit naar hun hand gezet. Waardoor we niet meer weten wat waar is en wat niet. We zijn beland in een regelrechte tricksterclusterfuck.’ En dus moeten we, aldus Kramer, weer ruimte maken voor waarachtigheid en eerlijkheid: ‘Voor de sjamaan die je helpt om je pad te vinden. Zodat je niet meer wordt verleid door tricksters die met hun fake ratings en alternatieve feiten de werkelijkheid willen verbloemen.’
Een mooi voorbeeld van een tricksterverhaal is de complottheorie, stelt Kramer: ‘Die is van alle tijden en vind je in elke cultuur. Maar nu dus meer dan ooit. Mensen zijn blijkbaar gevoelig voor roddels over geheime genootschappen, een aarde die plat is, et cetera. Het wemelt van de tricksterverhalen die twijfel zaaien en spelen met de grenzen van de werkelijkheid.’ Zoals de Qanontheorie, die er op neerkomt dat er in de VS een Deep State aan de macht zou zijn, bestaande uit vooral Democraten, die doet aan satanisch kindermisbruik, waarbij vaccinaties gevaarlijk zijn en hagedissen aan de touwtjes trekken. ‘Totaal bizar natuurlijk. In een lezing voor een groep ambtenaren maakte ik laatst een grap over die hagedissen. Werd ik in de pauze aan mijn mouw getrokken door een manager: of ik wilde ophouden over de hagedissen, want enkele collega’s van hem geloofden daar in… tja.’
Eerlijk zijn en waarachtig blijven
Wat mogen we van leiders en managers verwachten, wat betreft het oplossen van de grote wereldproblemen? Kramer maakt een duidelijk onderscheid tussen leiders en managers: leiders hebben de visie, managers zijn de ‘grensbewakers’, gericht op ordening, efficiency en kosten versus baten. ‘Managers houden in praktijk de vernieuwing vaak tegen, tonen weinig moed en verbeeldingskracht. Juist voor grote veranderingen heb je rust en nadenktijd nodig, wat op zichzelf weinig efficiënt is. Nou, daar wordt de archetypische manager, die alleen maar naar de korte termijn kijkt, bloednerveus van. Het treurige is dat we, vergeleken met leiders, veel te veel managers hebben! Dat is een direct gevolg van onze cultuur waarin organisaties strak management als hoogste ideaal zien. Kortom, het zal dus moeten komen van onze leiders.’
Ze eindigt haar boek niet met panklare oplossingen, tips of handige modellen, en is daar ontwapenend eerlijk over: ‘De opeenhoping van problemen is zo complex geworden dat snelle oplossingen niet voor de hand liggen. We moeten toelaten dat we het even niet meer weten, dat we verdwaald zijn. We moeten uitkijken voor de streken van de tricksters, waarachtig blijven en zorgvuldig onze waarheid spreken.’
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.