Deel 1 De Gouden 17de eeuw start bij het begin van het Twaalfjarig bestand en de start van de VOC. Deze organisatie en ondernemersgeest, de koopman-handelaar, kenmerkt de groei van de Nederlandse economie en de ‘verovering’ van de overzeese gebieden. Een mooi hoofdstuk is er aan de BV Rembrandt van Rijn besteed. Een groot kunstenaar, maar ook slimme handelaar en bijna een ‘brand’ avant-la-lettre.
Deel 2 Van 1672 tot 1813, de neergang kenmerkt het krimpen van de macht van de VOC en de afhankelijkheid van Nederland met steeds terugkerende zeeoorlogen met Engeland en Portugal. De koopman-investeerders lijden langdurig verliezen. De VOC en haar broertje de WIC sterven langzaam af. De overzeese gebieden worden of verkocht (New York, gebieden in Latijns-Amerika) of bezet (Suriname en grote delen van Indonesië). Het belangrijkste houvast voor onze economie is de rol als internationale doorvoerhaven en van onze beurs.
Deel 3 Langzaam herstel in de negentiende eeuw kenmerkt de opkomst van de grootindustrieel. Gestimuleerd door ondernemer-koning Willem I en de mogelijkheden van de stoommachine starten een aantal ondernemers met het bouwen van fabrieken en de handel van hun producten naar het Europese achterland en overzeese gebieden. Deze periode levert nog bestaande bedrijven als Philips, Unilever en Koninklijke/Shell. Andere bedrijfstakken die in de economische groei zijn Vroom & Dreesman en de ontwikkeling van Twente als textiellandschap.
Deel 4 De twintigste eeuw komt het meest uitgebreid aan bod. Deels continueert het de bedrijven uit het vorige hoofdstuk, deels komen en gaan er ondernemingen. Mondialisering haalt de textielhandel uit Nederland. Het dwingt concurrenten samen te gaan werken (Unilever). En de grote crisis en twee wereldoorlogen hebben grote consequenties. En daar zijn weer kansen, lees het verhaal van Verolme.
Met de gekozen opzet heeft de auteur een lijn neergezet om de ontwikkeling van het Nederlands ondernemerschap in een historisch kader te zetten. Hij is niet de eerste. Zo’n opzet vraagt ook keuzes. De kleine reuzen zijn helaas weinig vertegenwoordigd. En over de groten, de Philipsen, Verolmes enzovoort, zijn al boeken vol geschreven. Dat is jammer.
Een omissie vind ik de afwezigheid van het verhaal van Heineken dat succesvol een internationaal merkimperium heeft opgebouwd. Het VOC-verhaal is en wordt veel beschreven. De periode vóór de 80-jarige oorlog, met de periode van de Hanzesteden waarin de basis voor onze handelsnetwerken van Noord tot Oost-Europa zijn gelegd, veel minder.
Wat wel duidelijk wordt, is hoe wij, als klein landje, gebruik kunnen maken van innovatie én daarop voort kunnen bouwen. Mooie voorbeelden daarover zijn te lezen in De hoed van Vermeer (‘De Gouden Eeuw en het ontwaken van de wereldeconomie’) van Timothy Brook. Die innovatiekracht duurt nog steeds voort.
Bouwman rond zijn boek af met voorbeelden van succesvolle ict- en internetondernemingen als Booking.com en Bol.com die in een mondiale en digitale economie opereren. Daar mogen betaalplatform Adyen en Takeaway.com (Thuisbezorgd.nl), natuurlijk aan worden toegevoegd. Ze maken allemaal gebruik van onze handels- en ondernemersgeest
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.