Veel schrijvers van managementboeken verkondigen dat organisaties vastlopen. Zij noemen als oorzaken de opkomst van de informatietechnologie en, in het geval van Bakker en Hardjono, een morele crisis. Volgens hen is er een weg uit het moeras: Horizontaal organiseren.
Horizontaal organiseren of procesgericht werken definiëren de schrijvers als 'het dusdanig (her)inrichten van organisaties, dat door optimale inrichting en samenwerking producten en diensten voor klanten snel en goed worden geleverd, met een verantwoorde inzet van middelen'. Realisatie van procesgericht werken vraagt een benadering vanuit vier perspectieven: denken, construeren, besturen en samenwerken. In het boek stellen de auteurs dat horizontaal organiseren een bedrijfskundige en een organisatiepsychologische basis heeft.
Ze trekken de vergelijking met de kleurentheorie van De Caluwé & Vermaak waarbij de bedrijfskundige invalshoek blauw gekleurd is en de organisatiepsychologische rood. Ik zou het mooi vinden als Bakker en Hardjono in een vervolg op 'Horizontaal organiseren' de andere kleuren uit de kleurentheorie ook op horizontaal organiseren beschouwen. Per slot van rekening zijn in organisaties ook de aspecten macht, leren en chaos of leegte aanwezig.
In 'Horizontaal organiseren' staat weinig over die invalshoeken. Procesgericht werken vraagt ritmiek en organisatiedynamiek. Door het vierfasenmodel van Hardjono te gebruiken, laten de schrijvers zien dat twee ogenschijnlijke dualiteiten – beheersing en verandering, externe sturing en interne sturing – in een dynamisch evenwicht te brengen zijn. Dit kan men doen door te streven naar effectiviteit, naar efficiency, naar flexibiliteit of naar creativiteit. Dat kan niet tegelijkertijd.
Hoe te kiezen voor welke interventie op welk moment, dat blijft helaas onderbelicht in het boek. De schrijvers hebben moeite om de plaats van de mens in de horizontale organisatie te duiden. Misschien is het een kwestie van taal, maar ik voel een tegenstrijdigheid als de schrijvers stellen dat een organisatie horizontaal denkt als 'de organisatie kan omgaan met zelfsturing en (…) ruimte biedt voor eigen verantwoordelijkheid' en tegelijkertijd 'medewerkers in staat zijn hun persoonlijke doel ondergeschikt (mijn cursivering, MW) te maken aan het organisatiedoel'. Waar blijft die ruimte dan?
Een bedrijfskundige zal zich het meest herkennen in de 'harde' kanten, maar meer baat hebben bij de organisatiepsychologische kanten en andersom. Zo heeft 'Horizontaal organiseren' mij een inzicht gegeven in de 'harde' wereld van het organiseren en het besturen. Ik ben benieuwd naar praktijkervaringen met het horizontaal organiseren.