Hoe ambitieus moet je zijn om een studieboek over Verandermanagement te schrijven. Een boek dat een integrale aanpak beoogt en toch niet meer dan driehonderdvijftig bladzijden mag bevatten! Onbegonnen werk, zou je zeggen. Er zijn namelijk maar weinig onderwerpen in de managementliteratuur waarover meer geschreven is. Natuurlijk voegt niet ieder nieuw boek nieuwe inzichten toe, maar ondanks dat kun je toch wel een klein bibliotheekje vullen met alles wat er in de loop van de jaren in boekvorm over verandermanagement is verschenen en ertoe doet. De vraag is dus niet alleen waar te beginnen, maar vooral: waar hou je op? Verstandig kiezen is belangrijk, maar tegelijkertijd ‘a hell of a job’.
Daarvan zijn Henk Kleijn en Fred Rorink, de auteurs van het boek Verandermanagement, zich terdege bewust geweest. Lastige keuzen hebben ze moeten maken, vertellen ze in het Voorwoord. Verandermanagement heeft namelijk nogal wat raakvlakken met andere vakgebieden, zoals strategisch management, organisatiekunde, human resource management en groepsdynamica, en daarmee wilden zij niet meer overlap veroorzaken dan nodig was. Organisatiekundige begrippen worden nog wel toegelicht en waar mogelijk wordt naar andere beleidsgebieden verwezen, maar wie daar vervolgens verdere verdieping zoekt, moet aan de hand van de literatuurlijst zijn eigen weg maar zien te vinden.
‘Verandermanagement. Een integrale aanpak’gaat over strategische veranderingen – het grotere werk dus – en wordt gepresenteerd als een praktische handleiding voor managers en studenten in, vooral, het hoger en universitair onderwijs. (Dat ‘vooral’ is waarschijnlijk een hint in de richting van opleidingen op masterniveau.) Met dit boek in de hand moet het mogelijk zijn gewenste organisatieveranderingen vast te stellen, te ontwerpen, implementeren en evalueren.
Een belangrijk hulpmiddel daarbij is een terugkerend model waarin strategische beleidsvorming en verandermanagement zijn geïntegreerd. Wie wat meer van strategisch management weet, komt in eerste instantie louter bekende zaken tegen: beschrijf de missie en visie van je onderneming, analyseer vervolgens de externe omgeving, dan de interne, maak een SWOT-analyse en een confrontatiematrix en vraag je af ten slotte af welke mogelijkheden je hebt om de gewenste veranderingen te kunnen doorvoeren. Maar dan begint ‘Verandermanagement’ pas echt.
De auteurs schenken ruimschoots aandacht aan het beschrijven van de gewenste situatie: waar wil je met je onderneming heen, wat wil je concreet bereiken? Ze gebruiken daarbij de balanced scorecard van Kaplan en Norton als leidraad. De managementrollen van Quinn passeren de revue, Management by Objectives (MbO), Business Process Reengineering (BPR), de lerende organisatie en, last but not least, Activity Based Costing. Want financiën is volgens de auteurs nog altijd een beetje het stiefkind van de veranderkunde en dat is niet terecht. De financiële situatie van een organisatie bepaalt toch vaak (mede) ofwel de noodzaak tot veranderen ofwel de mogelijkheden voor succes en niet zelden allebei. Een boek over verandermanagement moet daar dus recht aan doen.
In deze hoofdstukken maakt dit boek zijn status van handboek meer dan waar. Een groot aantal modellen, strategieën en interventies passeert de revue, en dat in korte beschrijvingen en soms paginagrote tabellen waarin relevante aspecten overzichtelijk met elkaar in verband worden gebracht. En dat alles gelardeerd met de nodige casuïstiek.
Ik miste eigenlijk maar één ding, namelijk een overzicht van de theorieën en benaderingswijzen die buiten de boot zijn gevallen. De auteurs hadden aan het eind van ieder hoofdstuk kort kunnen aangeven welke ideeën over het opzetten en implementeren van veranderingen er nog meer zijn en waarom zij daarvoor niet hebben gekozen. Daarmee was meer recht gedaan aan de vele discussies die al jaren op dit terrein worden gevoerd.
Dat neemt niet weg dat ‘Verandermanagement’ een waardevol studieboek geworden is, dat ongetwijfeld in een behoefte zal voorzien. Anders had de uitgever er niet voor gekozen nog binnen een jaar met een tweede, gewijzigde editie te komen. Daarin hebben de auteurs diverse suggesties voor verbetering en aanvulling uit ‘het veld’ verwerkt en de theorie en ontwikkelingen in het vakgebied geactualiseerd en uitgebreid. Zo zijn de paragrafen over strategische beleidsopties beter uitgewerkt, evenals diverse veranderstrategieën en bijbehorende interventies, de inhoud van het verandertraject en de rol van de verschillende actoren. Het concurrerende-waardenmodel van Robert E. Quinn en de klantwaardestrategieën van Treacy en Wiersema hebben een plaats gekregen en het onderdeel financiën is nog wat steviger uitgewerkt. Het resultaat mag er zijn.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.