PRINCE2 is een veelgebruikte methodiek voor het managen van (IT-)projecten, De kleine PRINCE2 is een pocketboek over de methodiek. Toen ik dit boek, ‘De kleine prinses en de chaos in het project’ onder ogen kreeg was mijn eerste associatie dan ook met de methodiek PRINCE2. Niet is echter minder waar. Het motto van ‘De kleine prinses en de chaos in het project’ is de kunst van het loslaten: als projectmanager moet je niet altijd en overal in control willen zijn. Dat beperkt namelijk de creativiteit en mogelijk het behalen van resultaten. Nicoline Mulder en Fokke Wijnstra beschrijven in romanvorm het verhaal van de kleine prinses die projectmanager is. Ze wordt gevraagd om het vastgelopen ‘Project C’ over te nemen en tot een succesvol einde te brengen. Het verhaal wordt beeldend en herkenbaar gebracht. De inhoud van het project wordt (bewust?) vaag gehouden, maar draait om de toekomstvisie van een organisatie. In mijn optiek zou het meer een programma zijn (met verschillende werkstromen), waar ook expliciete doelrealisatie in gemeten wordt. In een van de eerste hoofdstukken gaat het over filosofen, zoals Spinoza, waarbij zijn twee grondwaarheden (‘al wat is, is in zichzelf of iets anders’ en ‘datgene wat niet door bemiddeling van iets anders kan worden begrepen moet uit zichzelf begrijpbaar zijn’). Daarbij wordt een goede, begrijpelijke link gelegd met projectmanagement. De kleine prinses maakt kennis met de projectleden, waarbij ieder zijn eigen rol heeft, soms ondergewaardeerd is, soms niet in het team past. Eigenlijk een herkenbare situatie, voor elk project. Hier wordt door de schrijvers, Nicoline Mulder en Fokke Wijnstra, nog een stuk theorie over teamrollen ingebracht. Daarnaast besteden ze specifiek aandacht aan de omgeving van het project, de gebruikersparticipatie en omgevingsdialoog (andere termen voor stakeholdersmanagement). Een van de eerste dingen waar de kleine prinses naar op zoek gaat is de ‘ziel’’ van het project. Dit is vaak een ondergeschoven kindje in het projectmanagement. Waarom doen we bepaalde zaken en moeten we er trots op zijn dat we aan een bepaald project deelnemen? Ik denk dat hier meer aandacht aan geschonken moet worden, een ziel (hoewel dit erg vaag klinkt) in een project vergroot namelijk de betrokkenheid van medewerkers. Projecten bevatten vaak chaos, oftewel dingen die je niet verwacht, medewerkers die weerstand vertonen et cetera. Het is daarom belangrijk om projecten chaordisch aan te pakken. Dat houdt in te stoppen met pogingen orde in de chaos aan te brengen, maar de chaos alleen te zien en te managen/sturen. Chaos (in meer extreme vormen in de literatuur wel eens disruptie genoemd) levert vaak juist betere resultaten in innovatieve projecten. Dit boek is dan ook geschikt om te gebruiken bij innovatieve programma’s/projecten, waarbij de verwachte resultaten nog niet helder gedefinieerd zijn. Het project nadert dan een climax, waarbij er eerst veel zaken verkeerd gaan en dan plotseling, na een vergadering waar de kleine prinses bijval krijgt uit onverwachte hoek, is de chaos opgelost. Daarbij is het motto: loslaten, oogsten en vertrouwen. Het einde van het boek is mijns inziens wat vaag gebleven. Het is niet helder of het project nu geslaagd is en wat de resultaten zijn. Maar misschien hoeft dat ook niet en gaat het meer om het proces en de weg erheen… Voor mij biedt het boek leuke metaforen, voer voor gedachtevorming en leuk leesmateriaal. Het is vlot geschreven, door de verhaalvorm, waardoor je als lezer aan het lezen blijft. Tezamen met het feit dat er punten in staan die je aanzetten tot nadenken over je eigen situatie is het daarmee voor mij een geslaagd boek!
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.