Organisatiepsycholoog Aart Bontekoning kijkt al jaren door een generatiebril naar organisaties. In 2007 promoveerde hij op het onderwerp en zijn proefschrift mondde uit in het boek Het generatieraadsel, dat in 2010 verscheen. Daarin onderzocht hij een verschijnsel dat hij in de jaren negentig waarnam toen hij zelf nog bij de Politie werkte: het feit dat de toenmalige jongeren van de zogenaamde pragmatische generatie (geboren in de periode 1970-1985) bij hun entree op de arbeidsmarkt tegen een stevige muur opliepen, opgetrokken door de generaties voor hen en die hen veel werkenergie kostte. Vaardig ontrafelde Bontekoning de dynamiek van dit generatieconflict en liet zijn betoog vergezeld gaan van een set ‘soft rules’ die organisaties zouden moeten hanteren om niet gebukt te hoeven te gaan onder dit soort clashes tussen generaties. Sterker, aldus Bontekoning: het genereren van een positieve dialoog tussen generaties kan de doodgeslagen werkenergie weer tot leven brengen en het generatieconflict transformeren tot een ware katalysator voor positieve vernieuwing.
Nu is er een nieuw boek: Generaties! Werk in uitvoering. En dat gaat eigenlijk over precies hetzelfde. Alleen brengt Bontekoning – die we wel een van de grootste generatiespecialisten van Nederland mogen noemen – in dit boek alle generaties in kaart die op dit moment in ons land in leven zijn. Van ‘de stille generatie’ (1925-1940) tot aan de kinderen die sinds het jaar 2000 geboren zijn en van Bontekoning vooralsnog (ze zijn per slot van rekening maximaal nog maar twaalf jaar oud en dus lastig te duiden) drie namen krijgen opgeplakt: digi-generatie, Y2-generatie of heldere generatie. Elke generatie beslaat in Bontekonings werk vijftien jaar, wat betekent dat hij tussen de twee voorgaande nog vier generaties signaleert: de babyboomers (1940-1955), de ooit door de Canadese schrijver Douglas Coupland benoemde X-generatie (1955-1970), de pragmatische generatie (1970-1985) en de Y-generatie (1985-2000).
In aantrekkelijk geschreven hoofdstukken typeert hij deze generaties en komen wij al lezend een heleboel te weten. Wist u bijvoorbeeld dat de pragmatische generatie ons straks – als ze de hoogste posities gaat bekleden, waarschijnlijk miljoenen zal besparen aan vergadertijd en –kosten? Gewoon omdat ze een gruwelijke hekel hebben aan vergaderen? Wist u dat de X-generatie veel meer openstaat voor diversiteit dan haar voorgangers, die oh zo bevrijde babyboomers? Wist u dat de veelbesproken Y-generatie – de eerste digital natives – het juist weer heel aardig met die babyboomers lijkt te kunnen vinden? Zodanig zelfs dat Bontekoning een onderzoek oppert naar wat de creatieve clash tussen die twee zoal aan innovatie teweeg heeft gebracht? Wist u dat de kinderen van de heldere generatie zo genoemd worden, omdat ze zichzelf steeds weer in staat stellen om in razend snel tempo informatie te verwerken, zodanig dat het hoofd in no time weer helder kan worden?
Afijn, zo kunnen we nog wel even doorgaan. Bontekoning doet er nog een leerzaam hoofdstuk over de interactie tussen generaties bij. En hij doceert hoe dat dan werkt (islamitische revolutie, studentenrevoltes in de jaren zestig) als oudere generaties de aankomende garde niet helpen hun eigen rol in de maatschappelijke ontwikkeling te vinden, maar hun vernieuwende impulsen onderdrukken.
De eindboodschap, inclusief soft rules, is precies dezelfde als in zijn vorige boek: een positieve dialoog tussen generaties, vergezeld van wederzijds begrip en de bereidheid elkaars levenshouding te respecteren, kan wonderen doen voor het energiegehalte in een organisatie. Die boodschap is niet nieuw, maar wel waardevol. En mag daarom in dit aangename boek heus nog eens herhaald worden.
Over Pierre de Winter
Pierre de Winter is freelance journalist.