Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Een minimum aan afval

Drie jaar na het verschijnen heeft The Lean startup een heuse beweging ontketend. De boodschap dat het gros van de beginnersfouten in startups voorkomen kan worden, creëerde aanvankelijk een sensatie in Silicon Valley, maar heeft zich inmiddels ook uitgebreid tot andere sectoren. Inmiddels komen ondernemers van allerlei pluimage van Rotterdam tot aan Teheran regelmatig in meetups bij elkaar om ervaringen uit te wisselen. Lean is global geworden, en de onlangs verschenen Nederlandse vertaling komt wat dat betreft geen moment te vroeg.

Jeroen Ansink | 13 februari 2014 | 2-3 minuten leestijd

Centrale gedachte achter lean is het proces van gevalideerd leren, dat gestuurd wordt door experimenten en harde feiten. Startups hebben in Ries' visie maar één taak: zo snel mogelijk ontdekken waar klanten voor willen betalen. Ondernemers zijn vaak niet realistisch over de toekomst en produceren daardoor te veel spullen die niemand wil. Dergelijk afval kan beperkt worden met een zogeheten minimaal levensvatbaar product. Dat is de kleinst mogelijke versie die nog marktwaardig is. Zo’n product is nog niet perfect, maar heeft genoeg stabiliteit om de early adopters over de streep te trekken. De onmiddellijke feedback van deze vroege klanten laat vervolgens zien of de ingeslagen weg de juiste is of dat er een bijstelling nodig is.

Lean denken is op zich niet nieuw. Het concept is in de vorige eeuw ontwikkeld door Toyota, die in het productie- en toeleveringsproces een antwoord zocht op de moordende concurrentie van Amerikaanse autofabrikanten op de Japanse markt. In plaats van in te zetten op grootschaligheid, richtte Toyota zich op machines die een groot aantal onderdelen in kleine oplages kon maken. Door middel van het zogeheten ‘andon-koord’ konden werknemers het complete productieproces direct stilzetten zodra er een fout werd ontdekt. Dat kostte weliswaar meer tijd in de beginfase, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door de betere kwaliteit en verhoogde efficiëntie later in het productieproces.

Het is Ries' verdienste dat hij de werkwijze van Toyota verder uitgewerkt tot een algemene filosofie die rekening houdt met de extreme onzekerheid waarin startups verkeren. Zo introduceert hij het idee van innovatie-accounting, die ondernemers de mogelijkheid geeft om het leerproces systematisch te meten en te kijken of eventuele aanpassingen vruchten afwerpen. Daarbij is elke bijstelling een nieuwe hypothese die wetenschappelijk getest moet worden. Dat proces van bouwen, meten, leren, gevolgd door evaluatie van de strategie is nooit af, zelfs niet als een startup zijn eerste successen heeft geboekt.

Ries besteedt geen aandacht hoe lean moet worden toegepast op de organisatorische processen waar een groeiend bedrijf vroeg of laat tegenaan loopt, zoals het aannemen en motiveren van mensen en het omgaan met botsende karakters en culturele problemen. Als alomvattende filosofie staat lean zelf nog in de kinderschoenen, en het zal waarschijnlijk nog jaren duren voordat de witte plekken in het concept worden ingevuld. De effectiviteit van lean is daarnaast anekdotisch, en (anders dan de ambitie van innovatie-accounting), niet wetenschappelijk onderbouwd.

Het is duidelijk dat zelfs met lean succes nooit is gegarandeerd. Maar dankzij Ries kunnen ondernemers in ieder geval bespaard blijven van de ultieme frustratie: het perfect uitvoeren van een strategie die nergens toe leidt.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden