

Prof. mr. drs. Mark Heemskerk EPP CFP ® is hoogleraar Pensioenrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, advocaat-partner bij heldlaw en raadsheer-plaatsvervanger bij het hof Den Bosch.
Meer over de auteursHoudbaar pensioen
Gebonden Nederlands 2025 1e druk 9789013180619Samenvatting
Pensioen is een actueel juridisch probleem, dat politiek gezien de nodige discussies oplevert. De rode draad in het boek Houdbaar pensioen is een duurzaam en houdbaar pensioenstelsel.
Houdbaar pensioen bevat zestien prikkelende bijdragen van de hand van prof. René Maatman. Zij hebben betrekking op de toekomst van het pensioenrecht in Nederland. Maatman denkt na over actuele thema’s op het gebied van een duurzaam en houdbaar pensioen en de taak van pensioenuitvoerders daarin. De onderwerpen in het boek zijn gegroepeerd in drie thema’s: het beleggingsbeleid van de pensioenuitvoerder van de toekomst, de governance van pensioenuitvoerders en het nieuwe pensioencontract.
Houdbaar pensioen is relevant voor pensioenjuristen bij ABP en APG, pensioenuitvoerders, advocaten met een pensioenpraktijk en vermogensbeheerpraktijk (onder meer Zuidaskantoren), toezichthouders (zoals AFM en DNB), Netpar (economen en econometristen actief op het gebied van vergrijzing), actuarissen, vermogensbeheerders, sociaal recht juristen bij universiteiten en hoogleraren financieel recht.
Houdbaar pensioen:
- Biedt kennis en inzichten over het nieuwe pensioenstelsel en het nieuwe pensioencontract
- Introcuctie van de Wet toekomst pensioenen (Wtp)
- Beleggingsbeleid van pensioenuitvoerders
- Governance van pensioenuitvoerders
- Het nieuwe pensioencontract en zijn gevolgen
Specificaties
Lezersrecensies
Over C.J.H. Jansen
Over René Maatman
Inhoudsopgave
Inleiding 1
M. Heemskerk & K.W.H. Broekhuizen
1. Inleiding en verantwoording 1
2. De indeling van deze bundel 2
2.1 Beleggingsbeleid 2
2.2 Governance 4
2.3 Het nieuwe pensioencontract en zijn gevolgen 7
3. Tot slot 12
DEEL I – BELEGGINGSBELEID 13
Beleggen volgens de prudent person-regel 15
R.H. Maatman
1. Inleiding 15
2. EU-Pensioenrichtlijn: prudent person-regel 16
3. Kwantitatieve beleggingsrestricties vs. prudent person-rules 18
3.1 Kwantitatieve beleggingsrestricties 18
3.2 Prudent person-rule 19
3.3 Gevolgen voor beleggingsrendement en -risico 20
4. Solide beleggen: een prudent person-rule 22
5. De ontwikkeling van de prudent man-rule in het Amerikaanse recht 23
6. De prudent investor-rule in het Anglo-Amerikaanse recht 26
6.1 Prudent investor-regel 27
6.2 Maatstaf; portefeuillestrategie; risico en rendementdoelstellingen (‘Standard of care’) 28
6.3 Diversificatie (‘Diversification’) 29
6.4 Verplichtingen bij aanvang vermogensbeheer (‘Duties at inception of trusteeship’) 29
6.5 Loyaliteitsbeginsel (‘Loyalty’) 30
6.6 Voorkeurloze opstelling; onpartijdigheidsbeginsel (‘Duty of impartiality’) 30
6.7 Kosten van vermogensbeheer (‘Investment costs’) 31
6.8 Ex ante beoordeling (‘Reviewing compliance’) 31
6.9 Uitbesteding (‘Delegation of investment and management functions’) 31
7. Prudent person-regel (Europa) vergeleken met prudent investor-rule (Amerika) 32
8. Samenvatting en conclusies 35
10 Jaar prudent person-regel 37
R.H. Maatman
Vermogensbeheerder, pensioenfonds & ESG 41
R.H. Maatman & K.W.H. Broekhuizen
1. Inleiding 41
2. Plan van behandeling 42
3. Goed recht is effectief en beginselvast en voldoet aan eisen van feitelijke en juridische integriteit 43
4. Goed recht in een veranderende wereld 44
5. Het trustrechtelijk wezen van een pensioenfonds: doelstelling 46
6. Trustrecht is goed recht 48
7. Maar kan trustrecht zich nog verder ontwikkelen? 51
8. Markten zijn efficiënt, maar niet altijd 52
9. Toekomstige ontwikkeling van het trustrecht 54
10. Verscheidenheid in opvattingen rond ESG 57
11. Vertrouwensbasis – license to operate 58
12. Pensioendeelnemers involveren 61
13. Geopolitieke stabiliteit 63
14. Klimaat, biodiversiteit en overheidsbeleid 64
15. Spekkopers 66
16. Prudent investor rule en ESG 67
17. Een analyse van de DOL Final Rule 2022 69
18. Hoe dan wel? – Opvatting Bauer 71
19. Hoe dan wel? – Aanbevelingen 74
DEEL II – GOVERNANCE 79
Tabaksblat en de botsende doelstellingen 81
R.H. Maatman
1. Inleiding 81
2. Verantwoordelijkheid 82
3. Dialoog 84
4. Transparantie 85
5. Stake & shareholder 86
6. Verlicht shareholder-model 88
7. Samenvatting 90
“Een ‘10’ voor governance” 93
A.L. Bovenberg & R.H. Maatman
1. Inleiding 93
2. Sterke kanten van het Nederlandse pensioenstelsel 94
3. Externe ontwikkelingen en gevolgen voor de governance 96
4. Loyaliteit en governance 101
5. Twee uitvoeringsmodellen 103
6. Verplichtstelling van het fonds 104
7. Verplichtstelling van de regeling 107
8. Governance in beide uitvoeringsmodellen 109
9. Data-infrastructuur 111
10. Convergeren en samenwerken in plaats van afschermen 113
11. Conclusies 115
Governance van pensioenuitvoering 127
A.L. Bovenberg, R.H. Maatman & J.W. Winter
1. Inleiding 127
2. Pensioenwet 2006 – Pensioenwet 2012 129
3. Pensioenfonds, zelfadministrerend of uitbestedend 133
4. Fiduciair beheer als uitweg? 137
5. Een nieuw model: Pensioenwet 2012 140
6. API als kans 145
7. Consolidatie en concentratie 148
8. Ter afsluiting 150
Getrust met pensioen 157
R.H. Maatman & A. Steneker
1. Inleiding 157
2. Nadelen van de alternatieven 158
2.1 Belanghebbenden zijn rechthebbenden 158
2.2 Een ‘special purpose vehicle’ is rechthebbende 160
3. Voordelen van het afgescheiden vermogen 162
4. Vermogens van een APF 164
5. Verkrijging door een APF 167
6. Overdracht door het APF 169
7. Fusie en splitsing van collectiviteitkringen 171
8. De collectiviteitkring als rechtssubject 173
9. Conclusie 175
Zonder doel kun je niet sturen 179
R.H. Maatman
1. Inleiding 179
1.1 Aanleiding 179
1.2 Plan van behandeling 180
2. Het belang van governance 180
2.1 Inleiding 180
2.2 Rechtspersoon, governance en doelstelling 180
2.3 Evenwichtige belangenafweging – doelstellingen en beleidsuitgangspunten 183
2.4 Intern toezicht 184
2.5 Verantwoording 185
2.6 Wetgever en toezichthouders bepalen het speelveld 186
2.7 Intern en extern toezicht complementair – maar geen verlengstuk 187
2.8 Maar de werkelijkheid in de pensioensector is anders … 188
3. Waar ging het mis? 189
3.1 Inleiding 189
3.2 Zwakke governance en zwak extern toezicht. Maar beleggingsresultaten maskeren elk probleem: 1995-2002 189
3.3 Zwakke governance, zwak extern toezicht en een wetgever die overcompenseert: 2002-2012 190
3.4 Betere governance, aarzelende wetgever en een toezichthouder die overcompenseert: 2012-2020 192
3.5 Tussenconclusie: toezichtparadox 194
4. Hoe zou het anders kunnen? 194
4.1 Inleiding 194
4.2 Cultuur bouwen 195
4.3 Wat betekent dit voor intern en extern toezicht? 196
5. Herschikking 197
5.1 Inleiding 197
5.2 Pensioenrichtlijn bepaalt het kader 198
5.3 Een pensioenfonds dat zijn ‘waarden’ cultiveert 199
6. Het pensioenfonds als duale instelling 201
6.1 Inleiding 201
6.2 Sociale functie 201
6.3 Financiële instelling 202
6.4 Pensioenfonds als risicodrager en herverdeler 203
6.5 Vragen om moeilijkheden? 204
6.6 Pensioenakkoord vereist herverdeling 206
7. Conclusie en kernboodschappen 207
7.1 Inleiding 207
7.2 Grote lijnen 207
7.3 Enkele kernboodschappen 210
De governance van pensioenfondsen vanaf de stelselwijziging 211
R.H. Maatman, D. Melis, B. Oldenkamp & A. Slager
1. Inleiding 211
1.1 Voorbij de stelseltransitie 211
1.2 Governance – waar gaat het om? 211
1.3 Agent en principaal 213
1.4 Uitdagingen voor pensioenfondsen 215
1.5 Probleemstelling 218
1.6 Inhoud 218
1.7 Afbakening 218
1.8 Terminologie 219
1.9 Geen one size fi ts all: bpf, opf, beroepspensioenfonds en apf: verplichtstelling 220
1.10 Werkwijze | Aanpak | Disclaimer 221
2. Waarom is governance belangrijk? 221
2.1 Het doel van een pensioenfonds 221
2.2 Risico en zeggenschap 223
2.3 Beheersing van belangentegenstellingen 224
2.4 Scheiding macht en belang: afhankelijkheid van pensioenfondsprestaties 225
2.5 Welk correctiemechanisme? 225
2.6 Correctiemogelijkheden en exit 227
2.7 Versterking van de verantwoording 228
2.8 Rentmeesterschap – stewardship 229
2.9 Tussenconclusie 230
3. Verwante onderwerpen en aanstaande ontwikkelingen 230
3.1 Inleiding 230
3.2 Zorgplicht 230
3.3 Operating model 231
3.4 DORA 232
3.5 Duurzaamheid – ESG 233
3.6 Uitbesteding 234
3.7 Meer aansturing – meer control 235
3.8 Tussenconclusie 236
4. Buitenland 236
4.1 Een versnipperde blik 236
4.2 Ambachtsheer 237
4.3 Wereldbank 238
4.4 Pensioenfondsen in Nederland getoetst 240
4.5 Tussenconclusie 241
5. Een nieuwe governance 242
5.1 Inleiding 242
5.2 Principes 242
5.3 Principes vertaald in governance, in het licht van de Wtp 244
5.4 Invulling 246
5.5 Tussenconclusie 248
6. Samenvatting en enkele conclusies 249
DEEL III – HET NIEUWE PENSIOENCONTRACT EN ZIJN GEVOLGEN 257
Hoofdlijnen pensioenakkoord, juridisch begrepen 259
M. Heemskerk, B.J. de Jong & R.H. Maatman
1. Inleiding 259
1.1 Achtergrond 259
1.2 Probleemstelling 260
1.3 Afbakening 260
1.4 Opbouw en terminologie 261
2. Het karakter van het nieuwe pensioencontract 261
2.1 De drie smaken van de Pensioenwet 261
2.2 Het belang van de juridische kwalifi catie 264
2.3 Voorwaardelijke aanspraken karakteristiek voor nieuwe pensioencontract 264
2.4 Het reële pensioencontract: kwalifi catie 265
2.5 Waarom het reële pensioencontract geen uitkeringsovereenkomst is 265
2.6 Nieuw soort pensioenovereenkomst of aanpassing uitkeringsovereenkomst? 266
3. De prijs van het nieuwe pensioencontract 268
3.1 Een stabiele pensioenpremie 268
3.2 De rekening bij vermogenstekorten 268
3.3 Kostendekkende premie 269
3.4 Contractuele vormgeving 271
4. Het levensverwachtingsaanpassingsmechanisme (LAM) 272
4.1 Het LAM volgens het Pensioenakkoord 272
4.2 Nieuwe pensioenopbouw 272
4.3 Bestaande aanspraken en pensioenrechten 274
4.4 Contractuele vormgeving van de pensioenleeftijd 274
4.5 Risico’s leeftijdsdiscriminatie 278
5. Het rendementsaanpassingsmechanisme (RAM) 280
5.1 Inleiding 280
5.2 Interpretatie RAM en rekenvoorbeeld 282
5.3 Egalisatiereserve 283
5.4 Contractuele vormgeving van het RAM en de egalisatiereserve 284
6. Samenvatting 286
Verantwoordelijkheidsverdeling rond planning pensioenvoorziening 295
F.G. van der Lecq, R.H. Maatman, M. Irwin, R. Salden, J.P. Versteegt & R.M. Wilms
1. Inleiding 295
1.1 Terminologie 295
1.2 Vraagstelling 297
1.3 Aanpak 298
2. Vier wereldbeelden 299
2.1 Technologische trends en ontwikkelingen 300
2.2 Scenario’s 2036 302
2.3 Beschrijving van de vier toekomstscenario’s 304
2.3.1 Inleiding 304
2.3.2 Scenario 1: de overheid biedt individuele opties aan 304
2.3.3 Scenario 2: private taakhouders bieden individuele opties aan 306
2.3.4 Scenario 3: private taakhouders biedencollectieve opties aan 308
2.3.5 Scenario 4: de overheid biedt collectieve opties aan 309
2.3.6 Overkoepelend – resumerend 311
3. Taakverdeling 313
3.1 Taken en verantwoordelijkheden 313
3.2 Welke taakhouders? 315
3.3 Uitwerking in de vier scenario’s 318
3.4 Economische drijfveren en ethische risico’s 321
4. Borging verantwoordelijkheidsverdeling 325
4.1 Inleiding 326
4.2 Scenario 1: de overheid biedt individuele opties aan 327
4.3 Scenario 2: private taakhouders bieden individuele opties aan 329
4.4 Scenario 3: private taakhouders bieden collectieve opties aan 330
4.5 Scenario 4: de overheid biedt collectieve opties aan 332
4.6 Overkoepelend – resumerend 333
5. Conclusies en aanbevelingen 334
Welke keuzebegeleiding kiest u? 339
R.H. Maatman & K.W.H. Broekhuizen
Correct informeren over pensioenen – nuance graag! 343
R.H. Maatman & K.W.H. Broekhuizen
Van uitkeringsovereenkomst naar PPR 347
M. Heemskerk, C. Kamminga, R.H. Maatman & B.J.M. Werker
1. Inleiding, probleemstelling en afbakening 347
1.1 Inleiding 347
1.2 Probleemstelling 347
1.3 Terminologie 348
1.4 Scenario’s 349
1.5 Geen wettelijk verplichte transitie 351
1.6 Het PPR is niet uitontwikkeld 351
1.7 Geen wettelijk transitiekader, fiscaliteit of pensioendocumenten 352
1.8 De wetgever faciliteert het PPR 352
1.9 Opbouw paper 354
2. Aanvaarding PPR-opdracht door pensioenuitvoerders 354
2.1 Inleiding 354
2.2 PPR vereist een opdracht tot uitvoering nieuwe regeling 354
2.2.1 Geen PPR zonder wijziging pensioenovereenkomst 354
2.2.2 Geen PPR zonder wijziging uitvoeringsovereenkomst 355
2.2.3 Overgang naar een PPR vanuit verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds? 356
2.2.4 Intrekking van verplichtstelling als opening voor PPR 356
2.2.5 Nieuwe verplichtstelling met PPR 356
2.3 Wie is de opdrachtgever van een PPR? 357
2.3.1 De individuele werkgever als opdrachtgever 357
2.3.2 Sociale partners als opdrachtgever van bedrijfstakpensioenfonds 357
2.3.3 De inhoud van de opdracht voor het PPR 358
2.3.4 Verzoek tot uitvoering toekomstige opbouw van het PPR 358
2.4 Elementen van de opdracht 359
2.4.1 Degressieve opbouw in PPR? 359
2.4.2 Vereveningsbuffer in PPR 359
2.4.3 Verzoek tot collectieve waardeoverdracht naar PPR 360
2.5 Uitvoering PPR 360
2.5.1 Opdrachtaanvaarding door pensioenfonds 360
2.5.2 Uitvoering door verzekeraar 360
2.5.3 Beoordeling risico’s 361
2.5.4 Toetsing juridische risico’s 361
2.6 Tussenconclusie 364
3. Transitie zonder conversie | overstap 365
3.1 Inleiding 365
3.2 Economische herverdeling door de transitie 365
3.2.1 Afschaffi ng doorsnee-opbouw 366
3.2.2 Herstelpremies na transitie 366
3.2.3 Verschil dekkingsgraad/premiedekkingsgraad 367
3.3 Transitie en kruissubsidiëring (Scenario 1a) 368
3.3.1 Het algemeen pensioenfonds mag ringfencen 368
3.3.2 Ringfencing niet wezenlijk voor verplichtstelling 368
3.4 Transitie en overstap (scenario 1b) 369
3.5 Tussenconclusie 369
4. Transitie met Conversie | overstap 370
4.1 Inleiding 370
4.2 Wordt conversie belemmerd door aantastverbod? 370
4.3 Conversie bij huidige pensioenuitvoerder – Pensioenfonds I 370
4.4 De bezwaarmogelijkheid tegen conversie 371
4.5 Toedeling van DB naar PPR – waardebepaling 371
4.6 De juridische overdrachtswaarde bij omzetting 372
4.7 Verdelen van buffers en tekorten bij vaststellen beginsaldo PPR 372
4.8 Overdrachtswaarde: korten of indexatie i.v.m. overdracht 373
4.9 De economische waarde van juridische aanspraken 373
4.10 Verdeling buffer/tekort 375
4.11 Compensatie 375
4.12 Transitie, conversie en overstap 376
4.12.1 Waardeoverdracht op verzoek van de werkgever – artikel 83 Pw 376
4.12.2 Overstap via liquidatie van het pensioenfonds – artikel 84 PW 378
4.12.3 Geen conversie naar PPR door liquidatie 379
4.12.4 Herziening collectieve waardeoverdracht 380
4.13 Verkrijging onder algemene titel 380
4.13.1 Juridische fusie 381
4.13.2 Vormvereisten 382
4.14 Tussenconclusie 382
5. Conclusies en aanbevelingen 383
5.1 Transitie en conversie van uitkeringsovereenkomst PPR – overstap 383
5.2 Opdracht en aanvaarding van transitie naar PPR 384
5.3 Belemmeringen en aanbevelingen 384
Pensioenfondsen en zorgplichten: uitdijen of indammen? 389
R.H. Maatman
1. Inleiding 389
2. Terminologie 390
3. Pensioeninformatie is tijdig, duidelijk, correct en evenwichtig (48 Pw) 391
4. Waar praten we over bij zorgplichten en pensioen? 392
5. Fiduciaire plicht of zorgplicht? 394
5.1 Fiduciaire verplichtingen 395
5.2 Fiduciaire verplichtingen bij premieovereenkomst 396
5.3 Zorgplichten bij premieovereenkomst 396
5.4 Zorgplichten bij uitkeringsovereenkomst 398
6. Zorgplichten pensioenfondsen in beweging 398
6.1 Betrouwbaarheid van informatie 398
6.2 AFM vraagt aandacht voor productontwikkeling 400
6.3 AFM vraagt keuzebegeleiding 401
7. Jurisprudentie zorgplicht pensioenfondsen 403
7.1 Bijzondere zorgplicht financiële onderneming 403
7.2 Bijzondere zorgplicht pensioenfondsen? 404
7.3 Conclusie AG bij PMT-arrest: reflexwerking 405
7.4 Conclusie AG bij PMT-arrest: bovenwettelijke zorgplicht 406
7.5 Schadevergoeding leidt tot herverdeling 407
8. Zorgplichten nieuw pensioenstelsel: overgang naar premieovereenkomst 408
8.1 Stelselwijziging: productontwikkelingsproces 408
8.2 Keuzes in verband met het nieuwe stelsel 409
8.3 Verkeerde keuze in retrospect 410
9. Het nieuwe stelsel: persoonlijker en meer keuzes 411
10. Wie kan zorgen voor advies en keuzebegeleiding? 412
11. Infrastructuur 413
12. Verkrijgen en delen van gegevens – AVG-aspecten 414
13. Pensioenfonds aanvaardt zorgplichten (of niet) … 415
14. Ter afsluiting 416
De wijdere impact van de wet toekomst pensioenen 421
R.H. Maatman
1. Inleiding 422
2. Stelselherziening samengevat 423
3. De bevoegdheidsverdeling tussen sociale partners en pensioenfondsen 426
4. Pensioencontact compleet – uitvoering complex 429
5. Digitalisering 431
6. Zorgplichten: van keuzebegeleiding naar financieel advies 432
7. ESG – duurzaamheid 434
8. Beleggingsvrijheid en prudent-person-regel 435
9. Risicohouding, risicopreferentie en prudent-person-regel 436
10. Wat onderscheidt een pensioenfonds – straks – van een financiële onderneming? 437
11. Veranderend financieel toezicht 439
12. Governance van pensioenfondsen 442
13. Wtp vereist stofkam: vooruit met verbeteren 443
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan