De herijking van het faillissementsrecht
De pijler fraudebestrijding
Gebonden Nederlands 2017 1e druk 9789013136821Samenvatting
Faillissementsfraude is een hardnekkig probleem. Daarom maakte eind 2012 het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht haar intrede. Deze uitgave behandelt de pijler fraudebestrijding en de drie wetten die hieruit volgden op fundamenteel en toegepast niveau. Het werk vormt een leidraad voor toepassing van alle nieuwe en gewijzigde bepalingen voor zowel curator, advocaat, rechtelijke macht als student.
Regelmatig gaan bedrijven ten onder in de strijd der concurrentie. Faillissement blijkt dan vaak onvermijdelijk. Een curator wordt ingeschakeld om het vanaf daar verder over te nemen. Helaas verloopt deze overname niet altijd op rolletjes, en is fraude een veelvoorkomend probleem. Hier moest wat aan gedaan worden.
Eind 2012 werd daarom het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht geïntroduceerd. Dit programma rust op drie pijlers: modernisering, versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven en fraudebestrijding. De hoofdrol is weggelegd voor deze laatste pijler.
De herijking van het faillissementsrecht - De pijler fraudebestrijding werpt een kritische blik op deze actuele bepalingen rondom bedrijfsfaillissementen. Wat houden ze in en hoe past u ze in de rechtspraktijk toe?
In de strijd tegen faillissementsfraude maakten drie nieuwe wetten hun intrede. De Wet civielrechtelijk bestuursverbod maakt het mogelijk een bestuurder voor een periode van maximaal 5 jaar een bestuursverbod op te leggen.
Met de invoering van Wet herziening strafbaarstelling faillissementsfraude zijn de strafrechtelijke bepalingen omtrent faillissementfraude flink aangescherpt. Een van de speerpunten: de strafbaarstelling van het inlichtingenplicht ex art. 194 Sr.
En tot slot wordt met de invoering van Wet versterking positie curator de ‘fraudesignalerende’ taak vastgesteld. Op grond van art. 68 lid 2 Fw moet de curator bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel bepalen of sprake is van onregelmatigheden die het faillissement, althans mede, hebben veroorzaakt, de vereffening van de failliete boedel bemoeilijken of het tekort in het faillissement hebben vergroot.
Deze uitgave keert deze drie wetten en de daaraan voorafgaande wetgevingsprocessen binnenstebuiten. Hiernaast komen ook de kamerstukken, internetconsultaties en belangrijke kritiekpunten aan bod. De uitgave vormt een leidraad voor toepassing van alle nieuwe en gewijzigde bepalingen voor zowel curator, advocaat, rechterlijke macht als student.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XIII
1 INLEIDING 1
1.1 Faillissementsfraude 1
1.2 De aanloop naar het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht 2
1.3 Het wetgevingsprogramma herijking faillissementsrecht 9
1.3.1 Modernisering 10
1.3.2 Versterking reorganiserend vermogen van bedrijven 11
1.4 Het speerpunt van het wetgevingsprogramma: faillissementsfraude 12
1.5 De opzet van de pijler fraudebestrijding 15
2 WET CIVIELRECHTELIJK BESTUURSVERBOD 17
2.1 Inleiding 17
2.2 Het conceptwetsvoorstel 18
2.3 Enkele kritiekpunten op het conceptwetsvoorstel 25
2.3.1 De plaatsing in de Faillissementswet 25
2.3.2 Het verzoek respectievelijk de vordering tot het opleggen van het civielrechtelijk bestuursverbod 25
2.3.3 De bevoegdheid van de rechtbank en overige procedures 27
2.3.4 De norm en gronden 27
2.3.5 De disculpatiemogelijkheid 35
2.3.6 Het civielrechtelijk bestuursverbod voor zelfstandige ondernemers 35
2.3.7 De reikwijdte 35
2.3.8 De gevolgen 37
2.3.9 Uitvoerbaar bij voorbaat verklaring 39
2.3.10 Handhaving 39
2.3.11 Waarborgen 40
2.3.12 Art. 106c Fw 41
2.3.13 De niet-uitvoerend bestuurder 42
2.3.14 Strafrechtelijke aspecten 42
2.3.15 Effectiviteit en kostenaspect 43
2.4 Het Advies van de Raad van State en het Nader Rapport 44
2.4.1 Het doel van het voorstel 44
2.4.2 De rol van de curator 45
2.4.3 De beoordeling door de rechter 46
2.4.4 Het bestuursverbod voor een groot- of enig aandeelhouder 47
2.4.5 Privacy 48
2.4.6 Overige opmerkingen 49
2.5 Het aangepaste wetsvoorstel 49
2.6 Kritiek op het aangepaste wetsvoorstel 59
2.6.1 Het verzoek respectievelijk de vordering tot het opleggen van het civielrechtelijk bestuursverbod 59
2.6.2 De norm en gronden 60
2.6.3 De reikwijdte 62
2.6.4 De gevolgen 63
2.6.5 Arbeidsrechtelijke aspecten 64
2.6.6 Het civielrechtelijk bestuursverbod in de financiële sector 65
2.6.7 Handhaving 65
2.6.8 Waarborgen 66
2.6.9 Strafrechtelijke aspecten 66
2.6.10 Art. 6 EVRM 66
2.6.11 Effectiviteit en kostenaspect 67
2.7 De afrondende fase van het wetgevingsproces 68
2.7.1 Het bestuursverbod in verhouding tot bestaande civielrechtelijke bevoegdheden 69
2.7.2 Het bestuursverbod in verhouding tot de bestaande strafrechtelijke bevoegdheden 71
2.7.3 Civielrechtelijke gevolgen van het bestuursverbod 71
2.7.4 Uitvoering en handhaving 74
2.7.5 Registratie van bestuursverboden 78
2.7.6 Effectiviteit 82
2.7.7 Belangrijkste aandachtspunten uit de consultatie 83
2.7.8 Gevolgen voor het bedrijfsleven en nalevingskosten 84
2.7.9 Art. 106a Fw 85
2.7.10 Art. 106b Fw 89
2.7.11 Art. 106d Fw 90
2.8 De uiteindelijke wet 91
2.9 Evaluerende beschouwing 93
3 WET HERZIENING STRAFBAARSTELLING FAILLISSEMENTSFRAUDE 97
3.1 Inleiding 97
3.2 Het conceptwetsvoorstel 99
3.3 Enkele kritiekpunten op het conceptwetsvoorstel 109
3.3.1 Opmerkingen van algemene aard 109
3.3.2 Modernisering en vereenvoudiging 111
3.3.3 De verhouding tot het civiele recht en het reeds bestaande strafrecht 111
3.3.4 Art. 84a Sr: verruiming bestuursbegrip 112
3.3.5 Art. 194 Sr: inlichtingenplicht 114
3.3.6 De verhouding tot art. 6 EVRM 115
3.3.7 Het onderscheid tussen rechtspersonen en natuurlijk personen 116
3.3.8 Art. 340 Sr: eenvoudig misdrijf natuurlijk persoon 117
3.3.9 Art. 341 Sr: gekwalificeerd misdrijf natuurlijk persoon 119
3.3.10 De Wsnp 120
3.3.11 Art. 342 Sr: eenvoudig misdrijf rechtspersoon 121
3.3.12 Art. 343 Sr: gekwalificeerd misdrijf rechtspersoon 121
3.3.13 Art. 344 Sr: misdrijf derden 122
3.3.14 Art. 344a Sr: afgifteplicht en administratieplicht 122
3.3.15 Art. 347 Sr: strafbare handelingen onafhankelijk van intreden faillissement 127
3.3.16 Art. III: WED 129
3.3.17 Europees perspectief 130
3.3.18 Art. 348 Sr? 130
3.4 Het advies van de Raad van State en het Nader Rapport 130
3.4.1 Art. 347 Sr 131
3.4.2 De samenhang met de andere wetsvoorstellen 132
3.4.3 Effectiviteit: capaciteit en deskundigheid 134
3.5 Het aangepaste wetsvoorstel 135
3.6 Kritiek op het aangepaste wetsvoorstel 148
3.6.1 Opmerkingen van algemene aard 148
3.6.2 De verhouding tussen het civiele recht en het strafrecht 148
3.6.3 Art. 6 EVRM 149
3.6.4 Art. 340 Sr 151
3.6.5 Art. 342 Sr 151
3.6.6 Art. 344a Sr 152
3.6.7 Art. 344b Sr 152
3.6.8 Art. 347 Sr 153
3.6.9 Art. 348a Sr 153
3.6.10 Art. III: WED 153
3.6.11 De bestrijding van rechtspersonenfraude 153
3.7 De afrondende fase van het wetgevingsproces 154
3.7.1 Voorafgaande opmerkingen 155
3.7.2 Adviezen inzake het wetsvoorstel 160
3.7.3 Algemene uitgangspunten 164
3.7.4 De inlichtingenplicht en de administratieve verplichtingen – algemeen 167
3.7.5 De inlichtingenplicht 168
3.7.6 De administratie- en bewaarplicht 169
3.7.7 Algemene strafbaarstelling administratieplicht in de WED 172
3.7.8 Strafbaar handelen bij een faillissement van een natuurlijk persoon 172
3.7.9 Strafbaarstelling van laakbaar handelen onafhankelijk van het faillissement 173
3.7.10 Art. 345 Sr? 176
3.7.11 Art. 194 Sr 176
3.7.12 Art. 340 Sr 177
3.7.13 Art. 341 Sr 177
3.7.14 Art. 342 Sr 178
3.7.15 Art. 344 Sr 179
3.7.16 Art. 344a Sr 180
3.7.17 Art. 347 Sr 182
3.7.18 (Nader) voorlopig verslag en (Nadere) Memorie van Antwoord 182
3.7.18.1 Maatschappelijke impact en aanpak van faillissementsfraude 182
3.7.18.2 Samenhang met de andere wetsvoorstellen tot versterking van het faillissementsrecht 186
3.7.18.3 Financiële en capacitaire gevolgen 186
3.7.18.4 Overige opmerkingen 187
3.7.18.5 Artikelsgewijze opmerkingen 189
3.7.19 Nadere vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie 191
3.8 De uiteindelijke wet 195
3.9 Evaluerende beschouwing 199
4 WET VERSTERKING POSITIE CURATOR 201
4.1 Inleiding 201
4.2 Het conceptwetsvoorstel 202
4.3 Enkele kritiekpunten op het conceptwetsvoorstel 212
4.3.1 Opmerkingen van algemene aard 212
4.3.2 Art. 68 Fw 213
4.3.3 De werklast voor de curator en de rechter-commissaris 216
4.3.4 De aansprakelijkheid van de curator 216
4.3.5 Art. 71 Fw 217
4.3.6 Art. 73a Fw 218
4.3.7 Art. 105 Fw 218
4.3.8 Art. 105a Fw 218
4.3.9 Art. 6 EVRM 219
4.3.10 Andere waarborgen 221
4.3.11 Art. 105b Fw 221
4.3.12 Art. 106 Fw 224
4.3.13 De verhouding tot de overige wetsvoorstellen 224
4.3.14 Overige opmerkingen 225
4.4 Het Advies van de Raad van State en het Nader Rapport 226
4.5 Het aangepaste wetsvoorstel 227
4.6 Kritiek op het aangepaste wetsvoorstel 239
4.6.1 Opmerkingen van algemene aard 239
4.6.2 Art. 68 Fw 240
4.6.3 Aansprakelijkheid van de curator 242
4.6.4 Schikkingsmogelijkheden van bestuurdersaansprakelijkheids-vorderingen 242
4.6.5 Art. 71 Fw 242
4.6.6 Art 105b Fw 243
4.7 De afrondende fase van het wetgevingsproces 243
4.7.1 Inleidende opmerkingen 244
4.7.2 De spilfunctie van de curator 245
4.7.3 Versterking van de informatiepositie van de curator 248
4.7.4 Versterking van de fraudesignalerende rol van de curator en de samenwerking tussen de curator, de rechter-commissaris en het OM 251
4.7.5 Extra inspanningen van de curator 257
4.7.6 Opmerkingen naar aanleiding van de consultatie 263
4.7.7 Gevolgen voor het bedrijfsleven en nalevingskosten 270
4.7.8 Art. 68 Fw 271
4.7.9 Art. 71 Fw 272
4.7.10 Art. 73a Fw 272
4.7.11 Art. 105 Fw 273
4.7.12 Art. 105a Fw 275
4.7.13 Art. 105b Fw 276
4.7.14 ARTIKEL IIa 278
4.8 De uiteindelijke wet 279
4.9 Evaluerende beschouwing 282
Lijst van geraadpleegde literatuur 285
Lijst van geraadpleegde Kamerstukken 291
Lijst van geraadpleegde jurisprudentie 295
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan